Vanwege het overbelaste strafrechtsysteem wordt de overgrote meerderheid van de strafzaken afgehandeld via een proces dat bekend staat als pleidooi. In een akkoord met een koopjesakkoord stemt de verweerder ermee in schuldig te pleiten in plaats van over te gaan tot een juryrechtspraak.
Bij een pleidooi hebben beide partijen iets aan de regeling. De aanklager krijgt een veroordeling zonder de tijd en kosten van een proces, terwijl de verdachte een lagere straf kan krijgen of een deel van de aanklachten tegen hen kan laten vallen.
In sommige gevallen (bijvoorbeeld de zaak Jaycee Dugard) zal de aanklager een pleidooi bieden, zodat het slachtoffer niet door het drama en de stress hoeft te gaan van getuigen tijdens een proces.
Of vervolging en verdediging al dan niet instemmen met onderhandelingen over pleitonderhandelingen hangt af van verschillende factoren:
Als de aanklacht zeer ernstig is en het bewijsmateriaal tegen de verdachte erg sterk is, zoals bijvoorbeeld in de moordzaak tegen Casey Anthony, kan de aanklager weigeren een pleidooi te sluiten.
Als het bewijsmateriaal in een zaak echter zodanig is dat de vervolging het moeilijk vindt om een jurylid buiten redelijke twijfel te overtuigen, is de vervolging misschien bereid om een pleidooi te onderhandelen. De reden dat de gemiddelde strafzaak wordt beslecht door een pleidooi is te wijten aan de overweldigende caseload waarmee het rechtssysteem wordt geconfronteerd. Slechts ongeveer 10 procent van de strafzaken komt terecht.
Voor een schuldige gedaagde zijn de voordelen van een pleidooi duidelijk: ofwel lagere kosten ofwel een lagere straf. Soms kan een pleidooi een misdrijf tot een misdrijf verminderen, een aanzienlijk verschil voor de verweerder. Veel pleidooien hebben geleid tot een lagere straf voor de verdachte.
Een hapering in het pleidooi koopjesysteem is het feit dat de rechter in de zaak het niet hoeft te accepteren. Het openbaar ministerie kan de overeenkomst alleen aan de rechter aanbevelen, maar kan niet garanderen dat de rechter deze zal volgen.
Ook hebben sommige staten wetten aangenomen die in bepaalde gevallen het onderhandelen over pleidooien verbieden. Sommige staten staan bijvoorbeeld niet toe dat dronken rijtuigen worden gerekend tot roekeloos rijden. Andere staten verbieden pleidooi koopjes voor zedendelinquenten of recidivisten die als een gevaar voor het publiek kunnen worden beschouwd.
Het pleidooi zelf vindt meestal plaats tussen het parket en de advocaat. Zelden onderhandelen officieren van justitie rechtstreeks met beklaagden.
Om een pleidooi te accepteren, moet de verweerder bewust afzien van zijn recht op een juryrechtspraak en de feiten in de zaak moeten de beschuldigingen ondersteunen waarop de verweerder pleit.
Sommige staten hebben wetten op het gebied van slachtoffersrechten die een officier van justitie verplichten om de voorwaarden van een pleidooi met het slachtoffer van het misdrijf te bespreken alvorens het aanbod aan de gedaagde te doen.