De vragenperiode van het Canadese Lagerhuis

In Canada is de vragenperiode een dagelijkse periode van 45 minuten in het Lagerhuis. In deze periode kunnen de leden van het Parlement de voorzitters van de premier, het kabinet en het Lagerhuis verantwoordelijk houden door vragen te stellen over beleid, besluiten en wetgeving.

Wat gebeurt er tijdens de vragenperiode?

Leden van de oppositie en soms andere leden van het Parlement stellen vragen om de premier, kabinetsministers en commissievoorzitters te vragen hun beleid en de acties van de afdelingen en agentschappen waarvoor zij verantwoordelijk zijn te verdedigen en toe te lichten. De provinciale en territoriale wetgevende vergaderingen hebben een vergelijkbare vragenperiode.

Vragen kunnen mondeling worden gesteld zonder voorafgaande kennisgeving of kunnen schriftelijk worden ingediend na kennisgeving. Leden die niet tevreden zijn met het antwoord dat zij op een vraag ontvangen, kunnen de zaak uitvoeriger voortzetten tijdens de Onderhandelingsprocedure, die elke dag plaatsvindt behalve op vrijdag.

Elk lid kan een vraag stellen, maar de tijd wordt vrijwel uitsluitend gereserveerd voor de oppositiepartijen om de regering te confronteren en verantwoordelijk te houden voor haar acties. De oppositie gebruikt deze tijd meestal om de geconstateerde tekortkomingen van de regering te benadrukken.

De voorzitter van het Lagerhuis houdt toezicht op de vragenperiode en kan vragen buiten de orde regelen.

Het doel van de vragenperiode

De vragenperiode weerspiegelt de zorgen van het nationale politieke leven en wordt op de voet gevolgd door leden van het Parlement, de pers en het publiek. Vraagperiode is het meest zichtbare deel van het schema van het Canadese Lagerhuis en krijgt uitgebreide media-aandacht. De vragenperiode wordt uitgezonden en is dat deel van de parlementaire dag waarop de regering verantwoordelijk wordt gehouden voor haar administratieve beleid en het gedrag van haar ministers, zowel individueel als collectief. De vragenperiode is ook een belangrijk hulpmiddel voor parlementsleden om in hun rol als kiesdistrict en waakhonden van de regering te gebruiken.