Winden (zoals de noordenwind) zijn genoemd naar de richting waarin ze waaien van. Dit betekent dat een "noordenwind" uit het noorden waait en een "westenwind" uit het westen.
Tijdens het bekijken van een weersvoorspelling, hoort u de meteoroloog misschien iets zeggen als: "Er komt vandaag een noordenwind aan." Dit betekent niet dat de wind naar het noorden waait, maar precies het tegenovergestelde. De "noordenwind" komt eraan van het noorden en waait in de richting van het zuiden.
Hetzelfde kan gezegd worden over winden uit de andere richtingen:
Een bekeranemometer of windvaan worden gebruikt om de windsnelheid te meten en de richting aan te geven. Deze instrumenten wijzen in de wind terwijl ze het meten; als de apparaten naar het noorden zijn gericht, registreren ze bijvoorbeeld een noordenwind.
Winden hoeven echter niet rechtstreeks uit het noorden, zuiden, oosten of westen te komen. Ze kunnen ook uit het noordwesten of zuidwesten komen, wat betekent dat ze respectievelijk naar het zuidoosten en het noordoosten blazen.
Of de wind ooit uit het oosten waait, hangt af van waar je woont en of je het hebt over wereldwijde of lokale winden. De winden op aarde bewegen in vele richtingen en zijn afhankelijk van de nabijheid van de evenaar, de straalstromen en de draaiing van de aarde (bekend als de Coriolis-kracht).
Als u in de Verenigde Staten bent, kunt u in zeldzame gevallen een oostenwind tegenkomen. Dit kan gebeuren wanneer u zich aan de kust van de Atlantische Oceaan bevindt of wanneer de lokale winden roteren, vaak vanwege rotatie bij zware stormen.
Over het algemeen komen de winden die de Verenigde Staten doorkruisen uit het westen. Deze staan bekend als de "heersende westelijke" en ze beïnvloeden een groot deel van het noordelijk halfrond tussen 30 en 60 graden noorderbreedte. Er is nog een reeks westelijke winden op het zuidelijk halfrond van 30 tot 60 graden breedtegraad ten zuiden.
In de Verenigde Staten en Canada zijn de winden typisch noordwesten. In Europa komen de winden meestal uit het zuidwesten langs de Atlantische en mediterrane kusten, maar vanuit het noordwesten dichter bij de Noordelijke IJszee.
Locaties langs de evenaar hebben daarentegen winden die voornamelijk uit het oosten komen. Dit worden de "passaatwinden" of "tropische paassoorten" genoemd en beginnen op ongeveer 30 graden breedtegraad in zowel het noorden als het zuiden.
Direct langs de evenaar vindt u de 'doldrums'. Dit is een gebied met extreem lage druk waar de wind extreem kalm is. Het loopt ongeveer 5 graden ten noorden en ten zuiden van de evenaar.
Zodra u verder gaat dan 60 graden breedtegraad in het noorden of zuiden, zult u opnieuw oostelijke winden tegenkomen. Deze staan bekend als de "polaire easterlies."
Natuurlijk, op alle locaties in de wereld, kunnen lokale winden die dicht bij het oppervlak komen uit elke richting komen. Ze volgen echter wel de algemene richting van de wereldwijde wind.