Cultureel kapitaal is de verzameling van kennis, gedrag en vaardigheden die een persoon kan gebruiken om zijn culturele competentie en sociale status aan te tonen. De Franse socioloog Pierre Bourdieu bedacht de term in zijn artikel uit 1973: 'Culturele reproductie en sociale reproductie', mede geautoriseerd door Jean-Claude Passeron. Bourdieu ontwikkelde dat werk later tot een theoretisch concept en analytisch hulpmiddel in zijn boek 1979 'Distinction: A Social Critique of the Judgement of Taste'.
In hun vroege geschriften over dit onderwerp beweerden Bourdieu en Passeron dat de accumulatie van kennis wordt gebruikt om klassenverschillen te versterken. Dat komt omdat variabelen zoals ras, geslacht, nationaliteit en religie vaak bepalen wie toegang heeft tot verschillende vormen van kennis. Sociale status maakt sommige vormen van kennis ook waardevoller dan andere.
In zijn essay 1986, "The Forms of Capital", brak Bourdieu het concept van cultureel kapitaal in drie delen. Ten eerste verklaarde hij dat het bestaat in een belichaamde staat, wat betekent dat de kennis die mensen in de loop van de tijd opdoen, door socialisatie en onderwijs, in hen bestaat. Hoe meer ze bepaalde vormen van belichaamd cultureel kapitaal verkrijgen, bijvoorbeeld kennis van klassieke muziek of hiphop, hoe meer ze klaar zijn om het op te zoeken. Wat betreft normen, moraal en vaardigheden zoals tafelmanieren, taal en gendergedrag, mensen handelen vaak en vertonen belichaamd cultureel kapitaal terwijl ze door de wereld bewegen en met anderen omgaan.
Cultureel kapitaal bestaat ook in een geobjectiveerde staat. Dit verwijst naar de materiële objecten die individuen bezitten die betrekking kunnen hebben op hun educatieve bezigheden (boeken en computers), banen (gereedschap en apparatuur), kleding en accessoires, de duurzame goederen in hun huizen (meubels, apparaten, decoratieve items), en zelfs de voedsel dat ze kopen en bereiden. Deze geobjectiveerde vormen van cultureel kapitaal duiden meestal op economische klasse.
Ten slotte bestaat cultureel kapitaal in een geïnstitutionaliseerde staat. Dit verwijst naar de manieren waarop cultureel kapitaal wordt gemeten, gecertificeerd en gerangschikt. Academische kwalificaties en diploma's zijn hiervan belangrijke voorbeelden, net als functietitels, politieke functies en sociale rollen zoals echtgenoot, echtgenote, moeder en vader.
Belangrijk is dat Bourdieu benadrukte dat cultureel kapitaal bestaat in een systeem van uitwisseling met economisch en sociaal kapitaal. Economisch kapitaal verwijst natuurlijk naar geld en rijkdom. Sociaal kapitaal verwijst naar het verzamelen van sociale relaties die een individu tot zijn beschikking heeft met collega's, vrienden, familie, collega's, buren, enz. Maar economisch kapitaal en sociaal kapitaal kunnen voor elkaar worden uitgewisseld.
Met economisch kapitaal kan een persoon toegang kopen tot prestigieuze onderwijsinstellingen die iemand vervolgens belonen met waardevol sociaal kapitaal. Op zijn beurt kan zowel het sociale als culturele kapitaal dat is verzameld op een elitair internaat of hogeschool worden ingewisseld voor economisch kapitaal via sociale netwerken, vaardigheden, waarden en gedragingen die wijzen op goedbetaalde banen. Om deze reden merkte Bourdieu op dat cultureel kapitaal wordt gebruikt om sociale scheidslijnen, hiërarchieën en uiteindelijk ongelijkheid te vergemakkelijken en af te dwingen.
Daarom is het belangrijk om cultureel kapitaal te erkennen en te waarderen dat niet als elite is geclassificeerd. Manieren om kennis te vergaren en te tonen verschillen tussen sociale groepen. Overweeg het belang van orale geschiedenis en gesproken woord in veel culturen. Kennis, normen, waarden, taal en gedrag verschillen in de verschillende buurten en regio's van de VS. In stedelijke omgevingen, bijvoorbeeld, moeten jongeren leren en zich houden aan de "code van de straat" om te overleven.
Iedereen heeft cultureel kapitaal en zet dit dagelijks in om door de samenleving te navigeren. Alle vormen ervan zijn geldig, maar de harde waarheid is dat ze dat niet zijn waardevol evenzo door maatschappelijke instellingen. Dit brengt echte economische en politieke gevolgen met zich mee die de sociale kloof verdiepen.