In Delphi, procedurele typen (methodeaanwijzingen) kunt u procedures en functies behandelen als waarden die aan variabelen kunnen worden toegewezen of aan andere procedures en functies kunnen worden doorgegeven.
U kunt als volgt een functie (of procedure) aanroepen als parameter van een andere functie (of procedure):
type
TFunctionParameter = functie(const waarde: geheel getal): draad;
functie Een(const waarde: geheel getal): draad;beginnen
resultaat: = IntToStr (waarde);
einde;
functie Twee(const waarde: geheel getal): draad;beginnen
resultaat: = IntToStr (2 * waarde);
einde;
functie DynamicFunction (f: TFunctionParameter): draad;beginnen
resultaat: = f (2006);
einde;
// Voorbeeldgebruik:
var
s: string;
beginnen
s: = DynamicFunction (One);
ShowMessage (s); // geeft "2006" weer
s: = DynamicFunction (twee);
ShowMessage (s); // geeft "4012" weereinde;