Dit is een tabel met mRNA-codons voor de aminozuren en een beschrijving van de eigenschappen van de genetische code.
Genetische code-eigenschappen
Er is geen dubbelzinnigheid in de genetische code. Dit betekent dat elk triplet codeert voor slechts één aminozuur.
De genetische code is ontaarden, wat betekent dat er meer dan één tripletcode is voor veel van de aminozuren. Methionine en tryptofaan worden elk gecodeerd door slechts één triplet. Arginine, leucine en serine worden elk gecodeerd door zes drieling. De andere 15 aminozuren worden gecodeerd door twee, drie en vier tripletten.
Er zijn 61 tripletcodes voor aminozuren. Drie andere tripletten (UAA, UAG en UGA) zijn stopsequenties. De stopsequenties signaleren ketenbeëindiging en vertellen de cellulaire machines om te stoppen met het synthetiseren van een eiwit.
De degeneratie van de code voor de aminozuren gecodeerd door twee, drie en vier tripletten bevindt zich alleen in de laatste basis van de tripletcode. Als voorbeeld wordt glycine gecodeerd door GGU, GGA, GGG en GGC.
Experimenteel bewijs geeft aan dat de genetische code dat is universeel voor alle organismen op aarde. Virussen, bacteriën, planten en dieren gebruiken allemaal dezelfde genetische code om eiwitten uit RNA te vormen.