Een programmeertaal wordt gebruikt om computerprogramma's te schrijven, waaronder toepassingen, hulpprogramma's en systeemprogramma's. Voordat de programmeertalen Java en C # verschenen, werden computerprogramma's gecompileerd of geïnterpreteerd.
Een gecompileerd programma is geschreven als een reeks menselijk begrijpelijke computerinstructies die door een compiler en linker kunnen worden gelezen en in machinecode worden vertaald, zodat een computer het kan begrijpen en uitvoeren. Fortran, Pascal, Assembly Language, C en C ++ programmeertalen worden bijna altijd op deze manier samengesteld. Andere programma's, zoals Basic, JavaScript en VBScript, worden geïnterpreteerd. De verschillen tussen gecompileerde en geïnterpreteerde talen kunnen verwarrend zijn.
De ontwikkeling van een gecompileerd programma volgt deze basisstappen:
Een programma interpreteren is een veel sneller proces dat handig is voor beginnende programmeurs bij het bewerken en testen van hun code. Deze programma's werken langzamer dan gecompileerde programma's. De stappen om een programma te interpreteren zijn:
Zowel Java als C # zijn semi-gecompileerd. Het compileren van Java genereert bytecode die later wordt geïnterpreteerd door een virtuele Java-machine. Als gevolg hiervan wordt de code in twee fasen samengesteld.
C # is gecompileerd in Common Intermediate Language, die vervolgens wordt uitgevoerd door het Common Language Runtime-gedeelte van het .NET-framework, een omgeving die just-in-time compilatie ondersteunt.
De snelheid van C # en Java is bijna net zo snel als een echte gecompileerde taal. Wat snelheid betreft, zijn C, C ++ en C # allemaal voldoende snel voor games en besturingssystemen.
Vanaf het moment dat u uw computer inschakelt, worden er programma's uitgevoerd, instructies uitgevoerd, RAM getest en krijgt u toegang tot het besturingssysteem op de schijf.
Elke bewerking die uw computer uitvoert, heeft instructies die iemand in een programmeertaal moest schrijven. Het besturingssysteem Windows 10 heeft bijvoorbeeld ongeveer 50 miljoen coderegels. Deze moesten worden gecreëerd, gecompileerd en getest; een lange en complexe taak.
Top programmeertalen voor pc's zijn Java en C ++ met C # dichtbij en C houdt zijn eigen. Apple-producten gebruiken de programmeertalen Objective-C en Swift.
Er zijn honderden kleine programmeertalen die er zijn, maar andere populaire programmeertalen zijn onder meer: