Joule (J) en elektronenvolt (eV) zijn twee gemeenschappelijke eenheden energie. Dit voorbeeldprobleem laat zien hoe je joules omzet in elektronenvolt.
Bij het werken met energiewaarden die typisch zijn voor de atomaire schaal, is de joule een te grote eenheid om effectief te zijn. De elektronenspanning is een energie-eenheid die geschikt is voor energieën die betrokken zijn bij atoomstudies. De elektronenspanning wordt gedefinieerd als de totale hoeveelheid kinetische energie die wordt gewonnen door een ongebonden elektron wanneer deze wordt versneld door een potentiaalverschil van één volt.
De conversiefactor is 1 elektronenvolt (eV) = 1.602 x 10-19 J
Probleem:
De ionisatie-energie van een waterstofatoom is 2.195 x 10-18 J. Wat is deze energie in elektronvolt?
Oplossing:
x eV = 2.195 x 10-18 J x 1 ev / 1.602 x 10-19 J x eV = 13,7 eV
Antwoord:
De ionisatie-energie van een waterstofatoom is 13,7 eV.