Hoe aandelenkoersen worden bepaald

Op een zeer basaal niveau weten economen dat aandelenkoersen worden bepaald door het aanbod van en de vraag ernaar, en aandelenkoersen worden aangepast om vraag en aanbod in evenwicht (of evenwicht) te houden. Op een dieper niveau worden aandelenkoersen echter bepaald door een combinatie van factoren die geen analist consistent kan begrijpen of voorspellen. Een aantal economische modellen beweren dat aandelenkoersen het langetermijn verdienpotentieel van bedrijven weerspiegelen (en meer specifiek het verwachte groeipad van stockdividend). Beleggers worden aangetrokken door aandelen van bedrijven die naar verwachting in de toekomst aanzienlijke winsten zullen maken; omdat veel mensen aandelen van dergelijke bedrijven willen kopen, stijgen de prijzen van deze aandelen meestal. Aan de andere kant zijn beleggers terughoudend om aandelen te kopen van bedrijven die sombere winstvooruitzichten hebben; omdat minder mensen deze aandelen willen kopen en meer deze aandelen willen verkopen, dalen de prijzen.

Bij het beslissen of ze aandelen kopen of verkopen, houden beleggers rekening met het algemene bedrijfsklimaat en de vooruitzichten, de financiële toestand en vooruitzichten van de individuele bedrijven waarin ze overwegen te beleggen, en of aandelenkoersen met betrekking tot winst al boven of onder de traditionele normen liggen. Rentetrends beïnvloeden ook de aandelenkoersen aanzienlijk. Stijgende rentetarieven drukken doorgaans op aandelenkoersen - deels omdat ze een algemene vertraging van de economische activiteit en bedrijfswinsten kunnen voorspellen, en deels omdat ze beleggers uit de aandelenmarkt lokken en nieuwe uitgiften van rentedragende beleggingen (dwz obligaties van beide zakelijke en Treasury-variëteiten). Dalende rentevoeten daarentegen, leiden vaak tot hogere aandelenkoersen, zowel omdat ze wijzen op gemakkelijker lenen en snellere groei als omdat ze nieuwe rentebetaalde beleggingen minder aantrekkelijk maken voor beleggers.

Andere factoren die de prijzen bepalen

Een aantal andere factoren bemoeilijken de zaken echter. Om te beginnen kopen beleggers doorgaans aandelen volgens hun verwachtingen over de onvoorspelbare toekomst, niet volgens de huidige winst. De verwachtingen kunnen worden beïnvloed door verschillende factoren, waarvan vele niet noodzakelijk rationeel of gerechtvaardigd zijn. Als gevolg hiervan kan het verband op korte termijn tussen prijzen en inkomsten zwak zijn.

Momentum kan ook aandelenkoersen verstoren. Stijgende prijzen zorgen doorgaans voor meer kopers op de markt en de toegenomen vraag leidt op zijn beurt tot nog hogere prijzen. Speculanten dragen vaak bij aan deze opwaartse druk door aandelen te kopen in de verwachting dat ze deze later tegen nog hogere prijzen aan andere kopers kunnen verkopen. Analisten beschrijven een continue stijging van aandelenkoersen als een "bull" -markt. Wanneer speculatieve koorts niet langer kan worden volgehouden, beginnen de prijzen te dalen. Als voldoende beleggers zich zorgen maken over dalende prijzen, kunnen ze zich haasten om hun aandelen te verkopen, wat bijdraagt ​​aan een neerwaarts momentum. Dit wordt een "berenmarkt" genoemd.

Dit artikel is aangepast uit het boek "Outline of the U.S. Economy" van Conte en Carr en is aangepast met toestemming van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.