Warmtecapaciteit Voorbeeldprobleem

Warmtecapaciteit is de hoeveelheid warmte-energie die nodig is om de temperatuur van een stof te veranderen. Dit voorbeeldprobleem laat zien hoe de warmtecapaciteit moet worden berekend.

Probleem: Warmtecapaciteit van water van vriespunt tot kookpunt

Wat is de hitte in joules die nodig is om de temperatuur van 25 gram water te verhogen van 0 graden C naar 100 graden C? Wat is de hitte in calorieën?

Nuttige informatie: soortelijke warmte van water = 4.18 J / g · ° C
Oplossing:

Deel I

Gebruik de formule

q = mcAT
waar
q = warmte-energie
m = massa
c = soortelijke warmte
ΔT = temperatuurverandering
q = (25 g) x (4.18 J / g · ° C) [(100 C - 0 C)]
q = (25 g) x (4,18 J / g · ° C) x (100 C)
q = 10450 J
Deel II
4.18 J = 1 calorie
x calorieën = 10450 J x (1 cal / 4.18 J)
x calorieën = 10450 / 4.18 calorieën
x calorieën = 2500 calorieën
Antwoord:
10450 J of 2500 calorieën warmte-energie zijn nodig om de temperatuur van 25 gram water van 0 graden C naar 100 graden C te brengen.

Tips voor succes

  • De meest voorkomende fout die mensen maken met deze berekening is het gebruik van onjuiste eenheden. Zorg dat bepaalde temperaturen in Celsius zijn. Reken kilogram om naar gram.
  • Houd rekening met belangrijke cijfers, met name bij werkproblemen voor huiswerk of een examen.