Voor het laatst gezien in 1989 - en verondersteld uitgestorven te zijn, tenzij sommige personen elders in Costa Rica op wonderbaarlijke wijze worden ontdekt - is de Gouden Pad het affichegeslacht geworden voor de mysterieuze wereldwijde achteruitgang van de amfibieën. De Gouden Pad werd ontdekt in 1964 door een natuuronderzoeker die een hooggelegen Costa Ricaanse 'nevelwoud' bezocht. de fel oranje, bijna onnatuurlijke kleur van de mannetjes maakte meteen indruk, hoewel de iets grotere vrouwtjes veel minder sierlijk waren. De volgende 25 jaar kon de Gouden Pad alleen worden waargenomen tijdens het paarseizoen in de lente, wanneer grote groepen mannetjes over minder veel vrouwtjes in kleine vijvers en plassen zouden zwermen.
Het uitsterven van de Gouden Pad was plotseling en mysterieus. In 1987 werden meer dan duizend volwassenen waargenomen die paren, daarna slechts een enkele persoon in 1988 en 1989 en daarna geen enkele. Er zijn twee mogelijke verklaringen voor de ondergang van de Gouden Pad: ten eerste, omdat deze amfibie afhankelijk was van zeer gespecialiseerde fokomstandigheden, zou de populatie voor een lus kunnen zijn geslagen door plotselinge veranderingen in het klimaat (zelfs twee jaar ongewoon weer zou voldoende zijn geweest om zo'n geïsoleerde soort weg te vagen). En ten tweede is het mogelijk dat de Gouden Pad is bezweken aan dezelfde schimmelinfectie die is betrokken bij andere uitsterven van amfibieën over de hele wereld.