Force is een belangrijk concept in de natuurkunde:
In de wetenschap is kracht de duw of trek op een object met massa waardoor het de snelheid verandert (versnelt). Force vertegenwoordigt als een vector, wat betekent dat het zowel grootte als richting heeft.
In vergelijkingen en diagrammen wordt een kracht meestal aangeduid met het symbool F. Een voorbeeld is een vergelijking uit de tweede wet van Newton:
F = m · a
waarbij F = kracht, m = massa en a = versnelling.
De SI-eenheid van kracht is de Newton (N). Andere eenheden van kracht omvatten de dyne, kilogram-kracht (kilopond), pond en pond-kracht.
Galileo Galilei en Sir Isaac Newton beschreven hoe kracht wiskundig werkt. Galileo's tweedelige presentatie van het hellende vlak-experiment (1638) legde twee wiskundige relaties van natuurlijk versnelde beweging vast onder zijn definitie, die sterk beïnvloedde hoe we kracht meten tot op de dag van vandaag. Newton's Laws of Motion (1687) voorspellen de werking van krachten onder normale omstandigheden en in reactie op verandering, waarmee de basis wordt gelegd voor klassieke mechanica.
In de natuur zijn de fundamentele krachten zwaartekracht, de zwakke kernkracht, de sterke kernkracht, elektromagnetische kracht en restkracht. De sterke kracht houdt protonen en neutronen bij elkaar in de atoomkern. De elektromagnetische kracht is verantwoordelijk voor het aantrekken van tegengestelde elektrische lading, afstoting van soortgelijke elektrische ladingen en het aantrekken van magneten.
Niet-fundamentele krachten komen ook in het dagelijks leven voor. De normale kracht werkt in een richting loodrecht op de oppervlakte-interactie tussen objecten. Wrijving is een kracht die beweging op oppervlakken tegenwerkt. Andere voorbeelden van niet-fundamentele krachten zijn de elastische kracht, spanning en frame-afhankelijke krachten, zoals centrifugale kracht en de Coriolis-kracht.