Het voorvoegsel (end- of endo-) betekent binnen, binnen of binnen.
endobiotische (endo-biotisch) - verwijst naar een parasiet of symbiotisch organisme dat leeft in de weefsels van zijn gastheer.
endocardium (endocardium) - binnenste membraanwand van het hart die ook hartkleppen bedekt en continu is met de binnenwand van bloedvaten.
endocarpium (endo-karper) - de harde binnenste laag pericarp die de put van gerijpt fruit vormt.
endocriene (endo-crine) - verwijst naar de interne uitscheiding van een stof. Het verwijst ook naar klieren van het endocriene systeem die hormonen direct in het bloed afscheiden.
endocytosis (endo-cytosis) - transport van stoffen naar een cel.
endoderm (endo-derm) - binnenste kiemlaag van een zich ontwikkelend embryo dat de voering vormt van de spijsvertering en luchtwegen.
Endoenzyme (endo-enzym) - een enzym dat intern in een cel werkt.
Endogamie (endo-gamy) - interne bevruchting tussen bloemen van dezelfde plant.
endogene (endogeen) - geproduceerd, gesynthetiseerd of veroorzaakt door factoren in een organisme.
endolymfe (endo-lymfe) - de vloeistof in het vliezige labyrint van het binnenoor.
endometrium (endo-metrium) - binnenste slijmvlieslaag van de baarmoeder.
endomitose (endo-mitose) - een vorm van interne mitose waarbij chromosomen repliceren, maar de verdeling van de kern en cytokinese treden niet op. Het is een vorm van endoreduplicatie.
Endomixis (endo-mixis) - reorganisatie van de kern die optreedt in de cel in sommige protozoën.
endomorph (endomorf) - een persoon met een zwaar lichaamstype dat wordt overheerst door weefsel afkomstig van het endoderm.
endophyte (endo-fyte) - een plantenparasiet of ander organisme dat in een plant leeft.