Definitie: Een dochterchromosoom is een chromosoom dat ontstaat door de scheiding van zusterchromiden tijdens celdeling. Dochterchromosomen zijn afkomstig van een enkelstrengig chromosoom dat repliceert tijdens de synthesefase (S fase) van de celcyclus. Het gedupliceerde chromosoom wordt een dubbelstrengs chromosoom en elke streng wordt een chromatide genoemd. Gepaarde chromiden worden bijeengehouden in een gebied van het chromosoom dat de centromeer wordt genoemd. De gepaarde chromatiden of zusterchromiden scheiden uiteindelijk en worden bekend als dochterchromosomen. Aan het einde van de mitose worden dochterchromosomen goed verdeeld over twee dochtercellen.
Voorafgaand aan het begin van mitose doorloopt een zich delende cel een groeiperiode genaamd interfase waarin het in massa toeneemt en DNA en organellen synthetiseert. Chromosomen worden gerepliceerd en zusterchromatiden worden gevormd.
Na cytokinese worden twee afzonderlijke dochtercellen gevormd uit een enkele cel. Dochterchromosomen zijn gelijk verdeeld over de twee dochtercellen.
De ontwikkeling van dochterchromosomen bij meiose is vergelijkbaar met mitose. Bij meiose deelt de cel echter twee keer en produceert vier dochtercellen. Zusterchromatiden scheiden niet om dochterchromosomen te vormen tot de tweede keer via anafase of in anafase II. De cellen die bij meiose worden geproduceerd, bevatten de helft van het aantal chromosomen als de oorspronkelijke cel. Sekscellen worden op deze manier geproduceerd. Deze cellen zijn haploïde en worden na bevruchting verenigd om een diploïde cel te vormen.