De kathode is de elektrode waaruit elektrische stroom vertrekt. De andere elektrode wordt de anode genoemd. Houd er rekening mee dat de conventionele definitie van stroom de richting beschrijft waarin een positieve elektrische lading zich verplaatst, terwijl elektronen meestal echte stroom vervoeren. Dit kan verwarrend zijn, dus de mnenomische CCD voor kathodestroom vertrekt kan de definitie helpen versterken. Gewoonlijk vertrekt de stroom in de richting tegenovergestelde elektronenbeweging.
Het woord "kathode" werd bedacht in 1834 door William Whewell. Het komt van het Griekse woord kathodos, wat "weg naar beneden" of "afdaling" betekent en verwijst naar de ondergaande zon. Michael Faraday had Whewell geraadpleegd voor naamideeën voor een paper dat hij aan het schrijven was over elektrolyse. Faraday legt uit dat elektrische stroom in een elektrolytische cel door de elektrolyt beweegt "van oost naar west, of, die zal versterken om het geheugen te helpen, die waarin de zon lijkt te bewegen." In een elektrolytische cel verlaat de stroom de elektrolyt aan de westkant (naar buiten). Daarvoor had Faraday de term 'exode' voorgesteld, waarbij 'dysiode', 'westode' en 'occiode' werden weggegooid. In de tijd van Faraday was het elektron niet ontdekt. In de moderne tijd is een manier om de naam te associëren met stroom een kathode te beschouwen als de "weg naar beneden" voor elektronen in een cel.
De polariteit van de kathode ten opzichte van de anode kan positief of negatief zijn.
In een elektrochemische cel is de kathode de elektrode waarbij reductie optreedt. Kationen worden aangetrokken door de kathode. In het algemeen is de kathode de negatieve elektrode in een elektrolytische cel die elektrolyse ondergaat of in een oplaadbatterij.
In een ontladingsbatterij of een galvanische cel is de kathode de positieve pool. In deze situatie bewegen positieve ionen van de elektrolyt naar de positieve kathode, terwijl elektronen naar binnen in de richting van de kathode bewegen. De beweging van elektronen in de richting van de kathode (die een negatieve lading dragen) betekent dat de stroom van de kathode vertrekt (positieve lading). Voor de Daniell-galvanische cel is de koperelektrode dus de kathode en de positieve aansluiting. Als de stroom wordt omgekeerd in een Daniell-cel, wordt een elektrolytische cel geproduceerd en blijft de koperelektrode de positieve aansluiting, maar wordt de anode.
In een vacuümbuis of kathodestraalbuis is de kathode de negatieve aansluiting. Dit is waar elektronen het apparaat binnenkomen en doorgaan in de buis. Er komt een positieve stroom uit het apparaat.
In een diode wordt de kathode aangegeven door het puntige uiteinde van een pijlsymbool. Het is de negatieve terminal waaruit stroom vloeit. Hoewel stroom door een diode in beide richtingen kan stromen, is de naamgeving altijd gebaseerd op de richting waarin de stroom het gemakkelijkst stroomt.
Naast de CCD-ezelsbruggetje zijn er andere ezelsbruggetjes om de kathode in de chemie te helpen identificeren:
In de elektrochemie beschrijft de kathodische stroom de elektronenstroom van de kathode naar de oplossing. De anodische stroom is de stroom van elektronen vanuit de oplossing in de anode.