Dit voorbeeldprobleem laat zien hoe de energie kan worden gevonden die overeenkomt met een energieniveau van een Bohr-atoom.
Wat is de energie van een elektron in de & # x1d45b; = 3 energietoestand van een waterstofatoom?
E = hν = hc / λ
Volgens de Rydberg-formule:
1 / λ = R (Z2/ n2) waar
R = 1,097 x 107 m-1
Z = Atoomnummer van het atoom (Z = 1 voor waterstof)
Combineer deze formules:
E = hcR (Z2/ n2)
h = 6,626 x 10-34 J-s
c = 3 x 108 m / sec
R = 1,097 x 107 m-1
hcR = 6,626 x 10-34 J · s x 3 x 108 m / sec x 1,097 x 107 m-1
hcR = 2,18 x 10-18 J
E = 2,18 x 10-18 J (Z2/ n2)
E = 2,18 x 10-18 J (12/ 32)
E = 2,18 x 10-18 J (1/9)
E = 2,42 x 10-19 J
De energie van een elektron in de energietoestand n = 3 van een waterstofatoom is 2,42 x 10-19 J.