Een waterige oplossing is elke oplossing waarin water (H2O) is het oplosmiddel. In een chemische vergelijking volgt het symbool (aq) een soortnaam om aan te geven dat deze zich in een waterige oplossing bevindt. Het oplossen van zout in water heeft bijvoorbeeld de chemische reactie:
NaCl (s) → Na+(aq) + Cl-(Aq)
Hoewel water vaak het universele oplosmiddel wordt genoemd, lost het alleen stoffen op die hydrofiel van aard zijn. Voorbeelden van hydrofiele moleculen omvatten zuren, basen en veel zouten. Stoffen die hydrofoob zijn, lossen niet goed op in water en hebben de neiging geen waterige oplossingen te vormen. Voorbeelden hiervan zijn veel organische moleculen, waaronder vetten en oliën.
Wanneer elektrolyten zoals NaCl en KCl in water oplossen, laten de ionen de oplossing elektriciteit geleiden. Niet-elektrolyten zoals suiker lossen ook op in water, maar het molecuul blijft intact en de oplossing is niet geleidend.
Cola, zout water, regen, zure oplossingen, basisoplossingen en zoutoplossingen zijn voorbeelden van waterige oplossingen.
Voorbeelden van oplossingen die geen waterige oplossingen zijn, omvatten elke vloeistof die geen water bevat. Plantaardige olie, tolueen, aceton, koolstoftetrachloride en oplossingen gemaakt met deze oplosmiddelen zijn geen waterige oplossingen. Evenzo, als een mengsel water bevat maar geen opgeloste stof in het water oplost als een oplosmiddel, wordt geen waterige oplossing gevormd. Het mengen van zand en water levert bijvoorbeeld geen waterige oplossing op.