20 voorbeelden van elementen en hun symbolen

Chemische elementen zijn de basisbouwstenen van materie. Elementen worden aangeduid met hun namen en hun symbolen, waardoor het gemakkelijker wordt om chemische structuren en vergelijkingen te schrijven.

Voorbeelden

De eerste 20 elementen van het periodiek systeem worden hieronder vermeld. Deze elementen omvatten enkele van de meest voorkomende in het universum (waterstof, zuurstof, koolstof) evenals enkele van de meest ongewone (fosfor, boor).

  1. H - Waterstof
  2. Hij - Helium
  3. Li - Lithium
  4. Be - Beryllium
  5. B - Borium
  6. C - Koolstof
  7. N - Stikstof
  8. O - Zuurstof
  9. F - Fluor
  10. Ne - Neon
  11. Na - natrium
  12. Mg - Magnesium
  13. Al - aluminium
  14. Si - Silicium
  15. P - Fosfor
  16. S - Zwavel
  17. Cl - Chloor
  18. Ar - Argon
  19. K - Kalium
  20. Ca - Calcium

Merk op dat de symbolen afkortingen van één en twee letters zijn voor hun namen, met enkele uitzonderingen waarbij symbolen zijn gebaseerd op oude namen. Kalium is bijvoorbeeld K voor kalium, niet P, dat al het elementensymbool is voor fosfor.