Handige Japanse werkwoorden

Er zijn twee soorten werkwoorden in het Japans, (1) de be-werkwoorden, "da" of "desu", en (2) gemeenschappelijke werkwoorden die eindigen op het geluid "~ u".

Wat betreft de werkwoorden (is, zijn, ben), "da" wordt gebruikt voor de informele tegenwoordige tijd en "desu" is voor de formele tegenwoordige tijd. Er is geen grammaticale onderwerp-werkwoordovereenkomst in het Japans. "Da" wordt gebruikt voor de tegenwoordige tijd van het te-werkwoord (is, zijn, ben) ongeacht de persoon en het nummer van het onderwerp. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt in alle volgende drie situaties, zoals: "Ik ben een student (Watashi wa gakusei da)", "Hij is een student (Kare wa gakusei da)" en "Wij zijn studenten (Watashitachi wa gakusei da" )".

Naast de be-werkwoorden eindigen alle andere werkwoorden in het Japans met de klinker "~ u". Japanse werkwoorden vervoegen zich volgens de achtervoegsels die aan de werkwoordstam zijn gekoppeld. Werkwoordsuitgangen worden gewijzigd om verleden tijd, ontkenning, passieve en oorzakelijke stemming aan te geven.

De regels voor vervoeging in Japanse werkwoorden zijn eenvoudiger in vergelijking met sommige talen, zoals Engels of Frans. De vervoegingspatronen worden niet beïnvloed door geslacht, een persoon (zoals de eerste, tweede en derde persoon) of het nummer (enkelvoud en meervoud).

Hier is een lijst van de basis Japanse werkwoorden en hun uitspraak. Ik focus op de niet-verleden tijd in mijn lijst. Het is de duidelijke vorm die wordt gebruikt in informele situaties. Het is ook het formulier in woordenboeken. Het is gelijk aan zowel de toekomst als de verleden tijd in het Engels.

(er is; worden; hebben
aru
あ る

be (voor levende dingen)
iru
い る

Doen; maken
suru
す る

Doen; uitvoeren
okonau
行 う

maken; vervaardiging
Tsukuru
作 る

wees mogelijk; klaar; goed in
dekiru
で き る

beginnen
hajimaru
始 ま る

raise
okosu
起 こ す

doorgaan met
tsuzuku
続 く

herhaling
kurikaesu
繰 り 返 す

hou op
Tomaru
止 ま る

opgeven
yameru
や め る

weglaten
habuku
省 く

af hebben
owaru
終 わ る

einde
sumu
済 む

vooruitgaan; vooruitgang
Susumu
進 む

te laat zijn
okureru
遅 れ る

toenemen
fueru
増 え る

verminderen
heru
減 る

overgeslagen worden; heb reserve
amaru
余 る

blijven
nokoru
残 る

voldoen
tariru
足 り る

gebrek; kort van zijn
kakeru
欠 け る

kruis
kosu
越 す

Gaan
iku
行 く

komen
kuru
来 る

uitgaan
Deru
出 る

invoeren
hairu
入 る

afhaalmaaltijd
Dasu
出 す

erin stoppen
ireru
入 れ る

terug te keren; terugkomen
kaeru
帰 る

vragen
tazuneru
た ず ね る

antwoord
kotaeru
答 え る

vermelden
noberu
述 べ る

herrie maken
sawagu
騒 ぐ

schijnen
hikaru
光 る

uitblinken
medatsu
目 立 つ

verschijnen
arawareru
現 れ る

Open
akeru
開 け る

dichtbij
shimeru
閉 め る

geven
ageru
あ げ る

te ontvangen
Morau
も ら う

nemen
toru
取 る

vangst
tsukamaeru
捕 ま え る

krijgen
eru
得 る

verliezen
ushinau
失 う

zoeken
sagasu
探 す

vind
mitsukeru
見 つ け る

oppakken
hirou
拾 う

weggooien
Suteru
捨 て る

laten vallen
ochiru
落 ち る

gebruik
tsukau
使 う

behandelen, behandelen
atsukau
扱 う

carry
hakobu
運 ぶ

overhandigen
watasu
渡 す

leveren
kubaru
配 る

terugkeer
kaesu
返 す

nadering
yoru
寄 る

kruis
Wataru
渡 る

voorbij gaan aan
Tooru
通 る

haast je
isogu
急 ぐ

ren weg
nigeru
逃 げ る

jacht
ou
追 う

verbergen
kakureru
隠 れ る

verdwalen
Mayou
迷 う

wacht
matsu
待 つ

Actie
utsuru
移 る

beurt; gezicht
muku
向 く

stijgen
agaru
上 が る

naar beneden gaan
sagaru
下 が る

helling; slank
katamuku
傾 く

schudden; zwaaien
yureru
揺 れ る

naar beneden vallen
taoreru
倒 れ る

raken
ataru
当 た る

collide
butsukaru
ぶ つ か る

scheiden van; vertrekken
hanareru
離 れ る

ontmoeten
au
会 う

tegenkomen; ontmoet bij toeval
deau
出 会 う

Welkom
mukaeru
迎 え る

verzenden
miokuru
見 送 る

meenemen; begeleiden
tsureteiku
連 れ て 行 く

noemen; verzenden voor
yobu
呼 ぶ

betalen; levering; terugzetten
osameru
納 め る

leggen; vertrekken
oku
置 く

in de rij gaan staan; wachtrij
narabu
並 ぶ

regelen; opruimen
matomeru
ま と め る

verzamelen
atsumaru
集 ま る

verdelen
wakeru
分 け る

disperse
chiru
散 る

gestoord zijn
midareru
乱 れ る

ruw zijn; stormachtig
areru
荒 れ る

uitbreiden
hirogaru
広 が る

verspreiding
hiromaru
広 ま る

zwellen; inflate
fukuramu
ふ く ら む

vastmaken; aanzetten
tsuku
付 く

uitgaan; doe uit; erase
kieru
消 え る

opstapelen; laden
tsumu
積 む

opstapelen
kasaneru
重 ね る

druk naar beneden; onderdrukken
osaeru
押 え る

plaats (ding) tussen
hasamu
は さ む

stok; plakken op
haru
貼 る

samengesteld
awaseru
合 わ せ る

buigen
magaru
曲 が る

breken; breuk
oru
折 る

verscheurd zijn; scheur
yabureru
破 れ る

breken; vernietigen
kowareru
壊 れ る

beter worden; correct
naoru
直 る

stropdas
musubu
結 ぶ

binden; stropdas
shibaru
縛 る

wind; spoel
Maku
巻 く

omringen
kakomu
囲 む

beurt; draaien
Mawaru
回 る

hangen
kakeru
掛 け る

versieren
kazaru
飾 る

afhaalmaaltijd; overtreffen
nuku
抜 く

losgekoppeld zijn; kom eraf
hazureru
は ず れ る

slap worden; Loosen
yurumu
ゆ る む

lekken
moreru
も れ る

droog
Hosu
干 す

doorweekt zijn
hitasu
浸 す

mengen
majiru
混 じ る

uitbreiden; rekken
Nobiru
伸 び る

krimpen; verkorten
chijimu
縮 む

omvatten; bevatten
fukumu
含 む

willen; nodig hebben
iru
い る

vragen om; willen
motomeru
求 め る

tonen; aangeven
shimesu
示 す

onderzoeken; onderzoeken
shiraberu
調 べ る

zorg ervoor dat
tashikameru
確 か め る

herken; goedkeuren
mitomeru
認 め る