Over vakanties gesproken in het Engels

Over vakanties in het Engels praten is een van de meest voorkomende onderwerpen in een klaslokaal, en waarom niet? Wie houdt er niet van om op vakantie te gaan? Het bespreken van vakanties biedt studenten de mogelijkheid om reisgerelateerde vocabulaire te gebruiken, evenals een thema dat alle studenten leuk vinden. Deze conversatieles biedt een enquête die studenten gebruiken om een ​​droomvakantie voor hun medestudenten te kiezen en zal zeker veel conversaties aanmoedigen.

Doel

Aanmoedigend gesprek over vakanties om reisgerelateerde woordenschat te oefenen.

Werkzaamheid

Studentenenquête gevolgd door een keuze voor een droomvakantie op basis van input van studenten.

Niveau

Gemiddeld tot geavanceerd

schets

  1. Introduceer het onderwerp vakanties door te vertellen over een van je favoriete vakanties.
  2. Vraag de cursisten verschillende soorten vakantie-activiteiten te bedenken en op het bord te schrijven.
  3. Bekijk zo nodig of nuttig de woordenschat over reizen.
  4. Geef elke student een vakantie-enquête en laat ze paren om elkaar te interviewen.
  5. Laat de studenten, nadat ze elkaar hebben geïnterviewd, een droomvakantie kiezen voor hun partner. Deze oefening kan meerdere keren met verschillende partners worden herhaald.
  6. Vraag elke student als klas welke vakantie hij voor zijn partner heeft gekozen en waarom. 
  7. Als vervolgoefening kunnen studenten een kort essay schrijven door een droomvakantie te kiezen en de keuze uit te leggen.

Vakantie-enquête

Welke zin beschrijft uw gevoelens voor vakanties het beste? Waarom?

  1. Mijn idee van een goede vakantie is thuis blijven.
  2. Mijn idee van een goede vakantie is om een ​​aantal belangrijke steden te bezoeken en de cultuur te verkennen.
  3. Mijn idee van een goede vakantie is om naar een exotisch strand in het buitenland te reizen en dan twee weken te ontspannen.
  4. Mijn idee van een goede vakantie is om mijn rugzak op te zetten en een paar weken in de heuvels te verdwijnen.

Welk type reis denk je dat je het leukst vindt? Waarom?

  1. Een lange autorit in de auto.
  2. Een twaalf uur durende vlucht naar het buitenland.
  3. Een treinreis door het land.
  4. Een luxe cruise door de Middellandse Zee. 

Hoe vaak maak je korte reizen (twee of drie dagen)?

  1. Ik maak minstens een keer per maand een korte reis.
  2. Ik maak een paar keer per jaar korte reizen.
  3. Ik neem een ​​keer per jaar een korte reis.
  4. Ik neem nooit korte reizen.

Als je de kans zou krijgen, zou je dan ...

  1. ... maak een weektrip naar een opwindende stad.
  2. ... breng een week door op een meditatie-retraite.
  3. ... bezoek familie die je al lang niet meer hebt gezien.
  4. ... ga een week lang wildwatervaren.

Met wie neem je het liefst vakanties? Waarom?