In het Japans zijn er veel deeltjes die aan het einde van een zin worden toegevoegd. Ze geven uitdrukking aan de emoties, twijfel, nadruk, voorzichtigheid, aarzeling, verwondering, bewondering, enzovoort. Sommige zinsbeëindigende deeltjes onderscheiden mannelijke of vrouwelijke spraak. Velen van hen vertalen niet gemakkelijk. Klik hier voor "Zin beëindigende deeltjes (1)".
Nee
(1) Geeft een verklaring of emotionele nadruk aan. Alleen gebruikt door vrouwen of kinderen in een informele situatie.
(2) Maakt van een zin een vraag (met een toenemende intonatie). Informele versie van "~ no desu ka & # xff08; & # xff5e; の で す か & # xff09;".
Sa
Benadrukt de zin. Vooral gebruikt door mannen.
Wa
Alleen gebruikt door vrouwen. Het kan zowel een nadrukkelijke functie als een verzachtend effect hebben.
yo
(1) Benadrukt een opdracht.
(2) Geeft een matige nadruk aan, vooral handig wanneer de luidspreker een nieuw stukje informatie verstrekt.