Veel belangrijke Italiaanse werkwoorden, zoals 'tarief - doen / maken' of 'esseren - zijn', zijn onregelmatig, wat betekent dat ze niet de reguliere vervoegingspatronen volgen (infinitieve stam + eindes). Ze kunnen een andere stengel of verschillende eindes hebben.
Er zijn slechts drie onregelmatige eerste vervoegingswerkwoorden (werkwoorden die eindigen op -zijn):
LEUK WEETJE: Het werkwoord "tarief" is afgeleid van facere, een Latijns werkwoord van de tweede vervoeging, dus het wordt beschouwd als een onregelmatig tweede vervoeging werkwoord.
In de tegenwoordige tijd wordt 'durven' als volgt vervoegd:
durf - te geven
ik doe het | noi diamo |
tu dai | voi date |
lui, lei, Lei dà | essi, Loro danno |
In de tegenwoordige tijd wordt "staren" als volgt vervoegd:
staren - blijven, zijn
io sto | noi stiamo |
tu stai | voi staat |
lui, lei, Lei sta | essi, Loro stanno |
Het werkwoord "staren" wordt in veel idiomatische uitdrukkingen gebruikt. Het heeft verschillende Engelse equivalenten volgens het bijvoeglijk naamwoord of bijwoord dat ermee gepaard gaat.
Hier zijn enkele andere voorbeelden:
In de tegenwoordige tijd wordt 'andare' als volgt vervoegd:
andare - om te gaan
io vado | noi andiamo |
tu vai | voi andate |
lui, lei, Lei va | essi, Loro vanno |
Als het werkwoord "andare" wordt gevolgd door een ander werkwoord (om te gaan dansen, om te gaan eten), de reeks andare + a + infinitief is gebruikt.
"Andare" is vervoegd, maar het tweede werkwoord wordt gebruikt in de infinitief. Merk op dat het noodzakelijk is om het voorzetsel "a" te gebruiken, zelfs als het infinitief gescheiden is van de vorm van andare.
Als je het over vervoermiddelen hebt, gebruik je het voorzetsel "in" achter het werkwoord "andare".
Uitzondering: en zijn een piedi - lopen
Als algemene regel geldt dat wanneer andare wordt gevolgd door de naam van een land of een regio, het voorzetsel 'in' wordt gebruikt. Wanneer het wordt gevolgd door de naam van een stad, wordt het voorzetsel 'a' gebruikt.