Hoe de onpersoonlijke 'jij' in het Spaans te gebruiken

In het Engels is het heel gebruikelijk om het woord "u" te gebruiken als een onpersoonlijk voornaamwoord, wat betekent dat het niet verwijst naar een bepaalde persoon (zoals de persoon waarmee wordt gesproken) maar naar mensen in het algemeen. Jij (er is een voorbeeld!) Kan in het Spaans ongeveer hetzelfde doen usted of , hoewel dat gebruik waarschijnlijk iets minder gebruikelijk is in het Spaans dan in het Engels. 

'Usted' en 'Tú'

Het gebruik van usted of tú als een onpersoonlijk voornaamwoord komt vaak voor in spreekwoorden of gezegden, hoewel het ook gebruikelijk is in de dagelijkse spraak. 

  • El seguro de crédito puede cubrir algunos o todos los pagos si usted no puede hacerlo. Kredietverzekering kan sommige of alle betalingen dekken als u deze niet kunt betalen.
  • Si usted quiere, usted puede. Als je wilt, kan dat.
  • Si quieres, puedes. Als je wilt, kan dat. (In deze zin, de wordt geïmpliceerd door de werkwoordsvorm.)
  • Usted no puede salir del país hasta que tenga permiso para viajar. Je mag het land niet verlaten voordat je toestemming hebt om te reizen.
  • Si quieres éxito y fama, estudia mucho. Als je succes en roem wilt, moet je hard studeren. (Nog een keer, wordt geïmpliceerd door de werkwoordsvorm.)

'Uno' en 'Una'

Ook gebruikelijk in het Spaans is het gebruik van uno op een soortgelijke manier. Dit is het ruwe equivalent van het gebruik van "één" als voornaamwoord in het Engels, hoewel het niet zo benauwd klinkt als het Engelse equivalent:

  • Si uno va por el mundo con mirada amistosa, uno hace buenos amigos. Als je de wereld rondgaat met een vriendelijke uitstraling, zul je goede vrienden maken. (letterlijk, als je de wereld rondgaat met een vriendelijke uitstraling, zul je goede vrienden maken.)
  • Uno no puede decir que Zimbabwe sea un país democrático. Je kunt niet zeggen dat Zimbabwe een democratische staat is. (letterlijk, men kan niet zeggen dat Zimbabwe een democratische staat is.)
  • Es en el momento de la muerte cuando uno comprende la nada de todas las cosas. Het is op het moment van overlijden dat je het niets van alles begrijpt.
  • En la vida uno tiene que caminar antes de correr. In het leven moet je lopen voordat je rent.

Als een vrouw indirect naar zichzelf verwijst, mag ze gebruiken una in plaats van uno: En la vida una tiene que caminar antes de correr.

Lijdende vorm

De onpersoonlijke 'jij' kan ook worden uitgedrukt met behulp van de passieve stem.

  • Se tiene que beber mucha agua en el desierto. Je moet veel water drinken in de woestijn.
  • Se aprende cuando lo que se descubre fue deseado y buscado. Je leert wanneer wat je ontdekt was wat je wilde en zocht.