Het Duitse werkwoord tun betekent doen. Het is een sterk (onregelmatig) werkwoord. De verleden tijd vormen tat en getan zijn onregelmatig. Merk op hoe dit werkwoord het klinkerpatroon volgt u-a-a in het verleden.
Deutsch | Engels |
Enkelvoud tegenwoordige tijd | |
ik ben het | Ik doe |
du tust | je doet jij bent aan het doen |
er tut sie tut es tut | hij doet hij doet zij doet zij doet het doet het is aan het doen |
Meervoud tegenwoordige tijd | |
draad tun | wij doen we zijn aan het doen |
ihr tut | jullie wel jij bent aan het doen |
sie tun | zij doen |
Sie tun | je doet jij bent aan het doen |
Voorbeelden:
Wir wollen das morgen tun.
Dat willen we morgen doen.
Was tust du jetzt?
Wat doe je nu?
Deutsch | Engels |
Enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd | |
ich tat | ik deed |
du tatest | jij deed |
er tat | hij deed zij deed het deed |
Meervoud eenvoudig verleden tijd | |
draad gegeten | we deden |
ihr tatet | jullie (jongens) deden dat |
sie gegeten | zij deden |
Sie heeft gegeten | jij deed |
Deutsch | Engels |
Enkelvoud verleden tijd | |
ich habe getan | ik heb gedaan ik deed |
du hast getan | jij hebt gedaan jij deed |
er hat getan sie hat getan es hat getan | hij heeft gedaan hij deed ze heeft gedaan zij deed het is gelukt het deed |
Meervoud samengestelde verleden tijd | |
wir haben getan | we hebben gedaan we deden |
ihr habt getan | jullie hebben gedaan |
sie haben getan | Zij hebben gedaan zij deden |
Sie haben getan | jij hebt gedaan jij deed |
Deutsch | Engels |
Enkelvoud verleden perfecte tijd | |
ich hatte getan | ik heb het gedaan |
du hattest getan | je had gedaan |
er hatte getan | hij heeft gedaan ze had gedaan het had gedaan |
Meervoud verleden perfect gespannen | |
wir hatten getan | we hadden gedaan |
ihr hattet getan | jullie hadden gedaan |
sie hatten getan | ze hadden gedaan |
Sie hatten getan | je had gedaan |
De toekomende tijd wordt in het Duits veel minder gebruikt dan in het Engels. Heel vaak wordt de tegenwoordige tijd gebruikt met een bijwoord in plaats daarvan, zoals met de tegenwoordige tijd in het Engels: Er ruft morgen an. = Hij gaat morgen bellen.
Deutsch | Engels |
Singular Future Tense | |
ich werde tun | ik zal doen |
du wirst tun | u zult doen |
er wird tun | hij zal het doen zij zal doen het zal volstaan |
Meervoud toekomst gespannen | |
wir werden tun | zullen we doen |
ihr werdet tun | jullie zullen doen |
sie werden tun | zij zullen doen |
Sie werden tun | u zult doen |