Essentieel Duits taalgids

Heb geen tijd om Duits te leren? Je weet dat je een paar basisprincipes moet kennen, maar je bent een druk persoon. Hier is wat hulp in de vorm van een taalgids van één pagina voor mensen die haast hebben. U kunt de volledige versie van één pagina van het taalboek afdrukken.

ESSENTIËLE DUITS 1
Veel voorkomende zinnen Zich verplaatsen
Ja! Nee! Misschien
ja - nein - vielleicht
yah - negen - fee-lycht
trein - vliegtuig - auto
Zug - flugzeug - Auto
tsoog - FLOOG-tsoyk - OW-toe
Hallo! - Tot ziens!
goedendag! - Auf Wiedersehen!
GOO-ten tak - owf-VEEder-zane
treinstation - luchthaven
Bahnhof - Flughafen
BAHN-hof - FLOOG-hafen
Goedemorgen!
Guten Morgen! GOO-tien morgen
links rechts
koppelingen - Rechts linx - rechts

Bij het hotel Eten drinken
Is het ontbijt inbegrepen?
Mit Frühstück? want FRUY-stuyck
broodjes
Brot/Brötchen Broht / brutchen
beneden boven
unten/oben
oonten / oh-ben
bier - wijn - sap
Lijkbaar - Wein - Saft
bier - wijnstok - zahft
Uit eten gaan Boodschappen doen
ober serveerster
Ober - Kellnerin
oh-ber - kellner-in
Dat's goedkoop / duur.
Das ist billig/teuer.
dahs ist billik / toy-er
Waar's het toilet / toilet?
Wo ist die Toilette?
vo ist dee toy-LETa
warenhuis - supermarkt
Kaufhaus - Lebensmittelgeschäft
kowf-house - -ge-sheft

Essentiële zinnen deel 2

Dit gedeelte bevat zinnen die je 'coping-vaardigheden' verbeteren, of manieren om met een gebrek aan begrip om te gaan. Opmerking: de fonetische (fo-NET-ik) uitspraakgids voor elke zin is slechts een benadering. 

ESSENTIËLE DUITS 2
Deutsch Engels
spreekt u Duits/Englisch?
SHPREK-en zee DOYTsh / ENG-lish
Spreek je Duits / Engels?
Noch einmal, bitte.
NOCK EYEn-mahl BIT-tuh
(Herhaal) Nogmaals, alstublieft.
Wie bitte?
VEE BIT-tuh
Wat zei je? / Wat was dat?
Langsamer, bitte.
LAHNG-zahmer BIT-tuh
Langzamer, alsjeblieft.
Bitte Wiederholen Sie!
BIT-tuh VEE-der-HOL-en zee
Herhaal dat alstublieft.
Ich verstehe nicht.
ICK fer-SHTEH-uh nickt
Ik don'ik begrijp het.
Ich habe eine Frage.
ICK HAB-ah EYE-nuh FRAG-uh
ik heb een vraag.
Wie zak man ... ?VEE zahgt mahn Hoe zeg je… ?
Ik weet het niet.
ICK VYEss nickt
Ik don't weet het.
doch!
dok
Integendeel! / Ja. (in antwoord op een negatieve vraag)
Wo ist/sind ... ?
VO ist / sint
Waar is / zijn ... ?
wann? - wer? - wie?
vahn - vehr - vee
wanneer? - wie? - hoe?
warum? - was?
va-RUHM - vahs
waarom? - wat?
Schon darm!
SHON goot
Oke!
Ich habe kein (e)…
ICK HAHB-a kine (uh)
Ik heb geen ... / ik don't hebben een ...
Ich habe kein Geld.
ICK HAHB-ah kine gelt
Ik don'ik heb geen geld.