ESL Grammatica Lesplan Hoe Vind ik leuk te gebruiken

Het juiste gebruik van "like" is van fundamenteel belang voor veel basisvragen. Het feit dat deze vragen "like" als werkwoord of voorzetsel gebruiken, kan het probleem verder compliceren. Deze les richt zich op het helpen van studenten bij het identificeren van het belangrijkste gebruik van "like" in vraagformulieren en enkele probleemgebieden met betrekking tot deze vragen.

Lesplan voor het begrijpen van "Vind ik leuk"

Doel: Verbetering van het begrip van de verschillende toepassingen van "like"

Werkzaamheid: Overeenkomende activiteit gevolgd door mondelinge begripactiviteit.

Niveau: Pre-intermediair tot intermediair

outline:

  • Stel de cursisten snel de volgende vragen, waarbij u vaak vragen afwisselt: Wat wilt u ?, Wat vindt u leuk ?, Hoe ziet u eruit ?, Hoe ziet u eruit ?, Hoe ziet u eruit? Verander vaak van onderwerp, vooral met de laatste vraag.
  • Zet de vragen op het bord en vraag de cursisten wat de functie "like" is in elk werkwoord of voorzetsel.
  • Bespreek de verschillen tussen de verschillende vragen.
  • Laat de cursisten de overeenkomende activiteit voltooien, waarbij vragen worden gekoppeld aan antwoorden.
  • Corrigeer de activiteit in de klas. Bekijk eventuele probleemgebieden.
  • Laat de cursisten de mondelinge oefening doen (of lees elk antwoord zelf uit het gedeelte mondeling verstaan). Vraag de studenten om een ​​passende vraag te stellen (d.w.z. Hoe ziet hij eruit?)
  • Herhaal de eerste activiteit. Zorg ervoor dat u vragen en onderwerpen snel wisselt.

Stel de juiste vraag met "like". Zie dit als een versie van de spelshow 'Jeopardy'.Lees de volgende zinnen hardop en vraag uw partner om een ​​passende vraag te stellen. U vindt de juiste vragen, in volgorde, onder de antwoorden. 

  1. Oh, ze is erg interessant. Ze is erg betrokken bij gemeenschapsactiviteiten en houdt van het buitenleven.
  2. Hij is oké, bedankt.
  3. Gewoon verschrikkelijk, het is de afgelopen drie dagen niet gestopt met regenen.
  4. Sciencefiction lezen, klassieke films kijken op tv 's avonds laat.
  5. Ze is heel mooi, ze heeft kort blond haar, blauwe ogen en draagt ​​meestal een spijkerbroek en een t-shirt.
  6. Een biertje, als dat geen probleem is.
  7. Hij is nogal de entertainer. Hij houdt ervan mensen te eten.
  8. Het kan pittig EN zoet zijn. Het is heerlijk.
  9. Het is een schilderij van een landschap met veel bloemen op de voorgrond.
  10. Hij kan soms moeilijk zijn.

De juiste vragen:

  1. Hoe is ze?
  2. Hoe gaat het met hem?
  3. Hoe is het weer?
  4. Wat vind ze leuk om te doen?
  5. Hoe ziet ze eruit?
  6. Wat wil je hebben?
  7. Hoe is zij? OF Wat doet hij graag??
  8. Hoe is het?
  9. Hoe ziet het eruit?
  10. Hoe is zij?