Een onbepaald voornaamwoord is een voornaamwoord dat verwijst naar een niet-gespecificeerde of niet-geïdentificeerde persoon of ding. Het is vaag in plaats van specifiek en het heeft geen antecedent.
Onbepaalde voornaamwoorden omvatten quantoren (sommige, elke, genoeg, meerdere, vele, veel); universalia (alles, beide, elk, elk); en partitives (elk, iedereen, iedereen, ook niet, geen, niemand, sommigen, iemand). Veel van de onbepaalde voornaamwoorden kunnen als determinanten fungeren. Positieve onbepaalde voornaamwoorden die eindigen op -lichaam kunnen worden uitgewisseld met die die eindigen op -een, zoals iemand en iedereen.
Soorten onbepaalde voornaamwoorden passen in twee categorieën: die zijn samengesteld uit twee morfemen en worden genoemd samengestelde voornaamwoorden, zoals iemand, en degenen die worden gevolgd door het woord van, riep of-voornaamwoord, zo'nalles of veel.
De meeste onbepaalde voornaamwoorden nemen enkelvoud werkwoorden, hetzij omdat ze één ding vertegenwoordigen, hetzij omdat ze collectief zijn en, net als collectieve zelfstandige naamwoorden, eens zijn met enkelvoudige werkwoorden en voornaamwoorden.
Bijvoorbeeld,
Het oneens zijn van de enkelvoudige collectieve voornaamwoorden met voornaamwoorden in het predicaat is een van de meest voorkomende fouten in formeel, geschreven Engels omdat informeel, gesproken Engels zich niet altijd aan de regel houdt. In informele toespraak zou iemand waarschijnlijk zeggen: "Iedereen hield de informatie voor de verrassing voor zichzelf", en niemand zou een reden vinden om de spreker te corrigeren, omdat de context duidelijk is.
Meervoud onbepaalde voornaamwoorden nemen meervoudswerkwoorden. Bijvoorbeeld:
Variabele onbepaalde voornaamwoorden (alles, elke, meer, de meeste, geen, sommige)kan gaan met een meervoud of een enkelvoud werkwoord, gebaseerd op het zelfstandig naamwoord waar ze het over hebben. Kun je tellen waar er over gesproken wordt? Geef het dan een meervoudswerkwoord. Bijvoorbeeld,
Pas op als je voorzetsels tussen je onderwerp en je werkwoord hebt. Hier, elk is het onderwerp van de zin, niet vrienden,en dus neemt een enkelvoud werkwoord. Elk is altijd enkelvoud.
Wanneer u een voorzetselzin volgt op een variabel voornaamwoord, helpt de inhoud van de zin te bepalen welk type werkwoord u nodig hebt.