Deze oefeningen kunnen u helpen bijwoordclausules te identificeren

Een bijwoord clausule (ook bekend als een bijwoordelijke bijzin) is een afhankelijke bijzin die als bijwoord in een zin wordt gebruikt. Dit soort clausules kunnen de hele zin wijzigen, evenals werkwoorden, bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden, en kunnen aspecten vertonen zoals tijd, reden, concessie of voorwaarde. Deze clausules beginnen vaak met woorden zoals (terwijl, als, omdat, wanneer, hoewel, tenzij, sinds, zodat, terwijl, zelfs als, in het geval, zolang) en andere woorden.

Een bijvoeglijke bijzin zal daarentegen een zelfstandig naamwoord wijzigen en beginnen met een relatief voornaamwoord (dat, wie, wie, wie of wat) of een ondergeschikte conjunctie (wanneerenwaar).

Voordat u deze oefeningen doet, is het misschien nuttig om het studieblad 'Zinnen bouwen met bijwoordclausules' te lezen.

Oefen het identificeren van bijwoordclausules

Elk van deze spreekwoorden bevat een bijwoordclausule. Identificeer de bijwoordclausule in elke zin en vergelijk vervolgens uw antwoorden met die hieronder.

  1. Terwijl de kat weg is, zullen de muizen spelen.
  2. Een leugen reist de wereld rond terwijl de waarheid haar laarzen aantrekt.
  3. Als je niet weet waar je heen gaat, komt elke weg daar naartoe.
  4. Het geheugen is misleidend omdat het gekleurd is door de gebeurtenissen van vandaag.
  5. Kijk nooit op iemand neer, tenzij u hem helpt.
  6. Je moet veel padden kussen voordat je een knappe prins vindt.
  7. Wanneer je aan de kant van de meerderheid staat, is het tijd om te pauzeren en na te denken.
  8. Het leven is wat er gebeurt als je andere plannen maakt.
  9. Zodra je iets verbiedt, maak je het buitengewoon aantrekkelijk.
  10. Alles is grappig, zolang het iemand anders overkomt.
  11. Tel je kippen niet voordat ze uitkomen.
  12. Als je iets goed gedaan wilt hebben, moet je het zelf doen.
  13. Als het moeilijk wordt, gaat het moeilijk.
  14. Als je in Rome bent gedraag je als de Romeinen.
  15. Lafaards sterven vele malen voor hun dood.
  16. Steek de brug niet over voordat je er bent.
  17. Leg de kar niet voor het paard.

Antwoord sleutel

In de volgende zinnen staan ​​de bijwoordclausules dik gedrukt. Onderzoek welk woord of welke zin ze aanpassen en welk aspect ze vertonen (tijd, reden, concessie of voorwaarde). In zin 1 verwijst de clausule bijvoorbeeld naar de tijd dat de muizen zullen Speel.

  1. Terwijl de kat weg is, de muizen zullen spelen.
  2. Een leugen reist de wereld rond terwijl de waarheid haar laarzen aantrekt.
  3. Als je niet weet waar je heen gaat, elke weg brengt je daar.
  4. Het geheugen is misleidend omdat het gekleurd is door de gebeurtenissen van vandaag.
  5. Kijk nooit op iemand neer tenzij je hem helpt.
  6. Je moet veel padden kussen voordat je een knappe prins vindt.
  7. Wanneer je aan de kant van de meerderheid staat, het is tijd om te pauzeren en na te denken.
  8. Het leven is wat er gebeurt wanneer je andere plannen maakt.
  9. Zodra je iets verbiedt, je maakt het buitengewoon aantrekkelijk.
  10. Alles is grappig, zolang het iemand anders overkomt.
  11. Tel je kippen niet voordat ze uitkomen.
  12. Als je iets goed gedaan wilt hebben, je moet het zelf doen.
  13. Wanneer het moeilijk wordt, het zware begin.
  14. Wanneer in Rome, Doe zoals de Romeinen doen.
  15. Lafaards sterven vaak voor hun dood.
  16. Steek de brug niet over tot je erbij komt.
  17. Leg de wagen niet voor het paard.