schema is een term in de klassieke retoriek voor een van de spraakfiguren: een afwijking van de conventionele woordvolgorde. Hier zijn voorbeelden van schema in gebruik door beroemde auteurs, evenals definities uit andere teksten:
Tom McArthur: Schemes omvatten apparaten zoals alliteratie en assonantie (die doelbewust geluiden ordenen, zoals in De politie van Leith ontslaat ons) en antithese, chiasmus, climax en anticlimax (die woorden voor effect schikken, zoals in de cross-over frasering Een voor allen en allen voor een).
Wolfgang G. Müller: Er is een theorie die teruggaat tot de klassieke tijd die retorische figuren of regelingen is ontstaan als uitdrukkingsvormen 'van nature gebruikt door mensen in staten van extreme emotie' (Brinton 1988: 163), dat ze in feite navolging zijn van emotionele toestanden ... Dus retorische figuren van weglating, ongebruikelijke woordvolgorde of herhaling imiteren van werkelijke taalstoornissen in emotionele contexten, die op hun beurt weer gevoelens en emotionele toestanden weerspiegelen zoals woede, verdriet, verontwaardiging of consternatie ... Nu is het ongetwijfeld waar dat dergelijke schema's als aposiopese (een uiting afbreken voordat het is voltooid), hyperbaton of herhaling zijn vaak gerelateerd aan emotionele toestanden, het moet ook worden beseft dat het hele reservoir van retorische schema's een systeem vertegenwoordigt dat een veelheid aan mogelijkheden biedt om betekenissen uit te drukken, waaronder emoties slechts één variëteit vormen.
Chris Holcomb en M. Jimmie Killingsworth: Naast het structureren van de realiteit, de regelingen help schrijvers hun relaties met lezers te organiseren en te orkestreren. Als voertuigen voor sociale interactie kunnen ze:
Grant M. Boswell: [Henry] Peacham [in The Garden of Eloquence, 1577] verdeelt zijn behandeling van beeldtaal in tropen en regelingen, het verschil is dat 'in de troop er is een chaos van betekenis, maar niet in de schema'(sig. E1v). Tropen worden verder verdeeld in tropen van woorden en zinnen, en schema's worden ook verdeeld in grammaticale en retorische schema's. Grammaticale schema's wijken af van de gewoonten van spreken en schrijven en zijn onderverdeeld in orthografische en syntactische schema's. Retorische schema's voegen onderscheid toe en 'doe de vermoeidheid van onze gewone en dagelijkse spraak weg, en maak een prettige, scherpe, duidelijke en dappere taal van spreken, die de zaken grote kracht, perspecuitie en gratie geeft' (sig. H4v). Retorische schema's zijn van toepassing op woorden, zinnen en versterking.