Profiel van Socrates

De Griekse filosoof Socrates werd geboren c. 470/469 v.Chr., In Athene, en stierf in 399 v.Chr. Om dit in de context van de andere grote mannen van zijn tijd te plaatsen, stierf de beeldhouwer Pheidias c. 430; Sophocles en Euripides stierven c. 406; Pericles stierf in 429; Thucydides stierf c. 399; en de architect Ictinus voltooide het Parthenon in c. 438.

Athene produceerde de buitengewone kunst en monumenten waarvoor ze zou worden herinnerd. Schoonheid, inclusief persoonlijk, was van vitaal belang. Het was gekoppeld aan goed zijn. Socrates was echter volgens alle verhalen lelijk, een feit dat hem in zijn komedies tot een goed doelwit maakte voor Aristophanes.

Wie was Socrates?

Socrates was een grote Griekse filosoof, mogelijk de wijsste wijze aller tijden. Hij staat bekend om zijn bijdrage aan de filosofie:

  • Pittige gezegden
  • De socratische discussie- of dialoogmethode
  • "Socratische ironie"

Een discussie over de Griekse democratie richt zich vaak op een droeviger aspect van zijn leven: zijn door de staat gemandateerde executie.

Familie

Hoewel we veel details over zijn dood hebben, weten we weinig over het leven van Socrates. Plato geeft ons de namen van enkele van zijn familieleden: de vader van Socrates was Sophroniscus (dacht een steenhouwer te zijn geweest), zijn moeder was Phaenarete en zijn vrouw Xanthippe (een spreekwoordelijke spitsmuis). Socrates had 3 zonen, Lamprocles, Sophroniscus en Menexenus. De oudste, Lamprocles, was ongeveer 15 toen zijn vader stierf.

Dood

Het Concilie van 500 [zie Atheense functionarissen in de tijd van Pericles] veroordeelde Socrates ter dood voor oneerlijkheid omdat hij niet in de goden van de stad geloofde en nieuwe goden introduceerde. Hij kreeg een alternatief voor de dood aangeboden en betaalde een boete, maar weigerde het. Socrates vervulde zijn zin door een kopje gif hemlock te drinken voor vrienden.

Socrates als burger van Athene

Socrates wordt vooral herinnerd als een filosoof en de leraar van Plato, maar hij was ook een burger van Athene en diende het leger als hopliet tijdens de Peloponnesische oorlog, in Potidaea (432-429), waar hij het leven van Alcibiades redde in een schermutseling, Delium (424), waar hij kalm bleef terwijl de meesten om hem heen in paniek waren, en Amphipolis (422). Socrates nam ook deel aan het Atheense democratische politieke orgaan, de Raad van de 500.

Als een sofist

De 5e eeuw voor Christus sofisten, een naam die is gebaseerd op het Griekse woord voor wijsheid, kennen we vooral van de geschriften van Aristophanes, Plato en Xenophon, die zich ertegen verzetten. Sofisten onderwezen waardevolle vaardigheden, vooral retoriek, voor een prijs. Hoewel Plato Socrates laat zien dat hij de sofisten tegenwerkt en niet vraagt ​​om zijn instructie, Aristophanes, in zijn komedie wolken, portretteert Socrates als een hebzuchtige meester van het ambacht van de sofisten. Hoewel Plato als de meest betrouwbare bron op Socrates wordt beschouwd en hij zegt dat Socrates geen sofist was, verschillen de meningen over de vraag of Socrates wezenlijk anders was dan de (andere) sofisten.

Hedendaagse bronnen

Van Socrates is niet bekend dat het iets heeft geschreven. Hij staat vooral bekend om de dialogen van Plato, maar voordat Plato zijn memorabele portret in zijn dialogen schilderde, was Socrates een object van spot, beschreven als een sofist, door Aristophanes. Naast het schrijven over zijn leven en onderwijs, schreven Plato en Xenophon over de verdediging van Socrates tijdens zijn proces, in afzonderlijke werken die beide werden genoemd Verontschuldiging.

De socratische methode

Socrates staat bekend om de Socratic-methode (elenchus), Socratische ironie en het nastreven van kennis. Socrates staat erom bekend dat hij niets weet en dat het niet-onderzochte leven niet de moeite waard is om te leven. De Socratic-methode omvat het stellen van een reeks vragen totdat er een tegenstrijdigheid ontstaat die de aanvankelijke veronderstelling ongeldig maakt. Socratische ironie is het standpunt dat de inquisiteur inneemt dat hij niets weet tijdens het leiden van de ondervraging.