Parode, ook wel parodos genoemd en, in het Engels, de ingangsode, is een term die wordt gebruikt in het oude Griekse theater. De term kan twee afzonderlijke betekenissen hebben.
De eerste en meer algemene betekenis van parode is het eerste lied dat door het koor wordt gezongen als het het orkest binnenkomt in een Grieks stuk. De parode volgt meestal de proloog van het stuk (openingsdialoog). Een exit-ode staat bekend als een exode.
De tweede betekenis van parode verwijst naar een zij-ingang van een theater. Parodes geven zijdelingse toegang tot het podium voor acteurs en tot het orkest voor leden van het koor. In typische Griekse theaters was er een parode aan elke kant van het podium.
Omdat de refreinen meestal het podium betraden vanaf een zij-ingang tijdens het zingen, het enige woord parode werd gebruikt voor zowel de zij-ingang als het eerste nummer.
De typische structuur van een Griekse tragedie is als volgt:
1. Proloog: Een openingsdialoog waarin het onderwerp van de tragedie wordt gepresenteerd dat plaatsvond vóór de ingang van het refrein.
2. Parode (Entrance Ode): Het ingangszang of lied van het refrein, vaak in een anapestic (kort-kort-lang) marsritme of meter van vier voet per regel. (Een "voet" in poëzie bevat een beklemtoonde lettergreep en ten minste één onbelaste lettergreep.) Na de parode blijft het refrein meestal op het podium gedurende de rest van het stuk.
De parode en andere koor-odes omvatten meestal de volgende delen, meerdere keren herhaald in volgorde:
3. Aflevering: Er zijn meerdere afleveringen waarin acteurs omgaan met het koor. Afleveringen worden meestal gezongen of gezongen. Elke aflevering eindigt met een Stasimon.
4. Stasimon (stationair lied): Een koorzang waarin het koor kan reageren op de voorgaande aflevering.
5. Exode (Exit Ode): Het exit-nummer van het refrein na de laatste aflevering.
De typische Griekse komedie had een iets andere structuur dan de typische Griekse tragedie. Het koor is ook groter in een traditionele Griekse komedie. De structuur is als volgt:
1. Proloog: Hetzelfde als in de tragedie, inclusief het presenteren van het onderwerp.
2. Parode (Entrance Ode): Hetzelfde als in de tragedie, maar het koor neemt een positie in voor of tegen de held.
3. Agôn (wedstrijd): Twee sprekers debatteren over het onderwerp en de eerste spreker verliest. Koorliederen kunnen tegen het einde optreden.
4. Parabasis (komt naar voren): Nadat de andere personages het podium hebben verlaten, verwijderen de koorleden hun maskers en stappen uit het personage om het publiek aan te spreken.
Eerst zingt de koorleider in anapests (acht voet per regel) over een belangrijk, actueel probleem, meestal eindigend met een ademloze tongbreker.
Vervolgens zingt het koor, en de kooruitvoering bestaat typisch uit vier delen:
5. Aflevering: Vergelijkbaar met wat zich in de tragedie afspeelt.
6. Exode (Song afsluiten): Ook vergelijkbaar met wat zich in de tragedie afspeelt.