Mistretta tegen Verenigde Staten Hooggerechtshof, Argumenten, Impact

Mistretta v. United States (1989) vroeg het Hooggerechtshof om te beslissen of de Amerikaanse Sentencing Commission, opgericht door het Congres via de Sentencing Reform Act van 1984, constitutioneel was. De rechtbank oordeelde dat het Congres praktische en specifieke wetgeving kon gebruiken om een ​​speciale commissie te vormen, die zich toelegt op het opstellen en onderhouden van federale richtlijnen voor veroordeling.

Snelle feiten: Mistretta v. Verenigde Staten

  • Gevorderde zaak: 5 oktober 1988
  • Besluit afgegeven: 18 januari 1989
  • indiener: John Mistretta
  • respondent:  Verenigde Staten
  • Sleutelvragen: Is de Sentencing Reform Act van 1984 constitutioneel?
  • Meerderheidsbeslissing: Justices Rehnquist, Brennan, White, Marshall, Blackmun, Stevens, O'Connor en Kennedy
  • afwijkende: Justice Scalia
  • Regel: Congreswetgeving die de federale veroordelingscommissie heeft ingesteld, heeft de doctrine van de scheiding der machten niet geschonden, zoals vastgelegd in de Amerikaanse grondwet.

Feiten van de zaak

In 1984 tekende het Congres de Act van de strafhervorming af in een poging om uniforme richtlijnen voor straffen op te stellen. De wet machtigde een gespecialiseerde groep van deskundigen genaamd de Sentencing Commission. Voorafgaand aan de commissie gebruikten individuele federale rechters hun eigen discretie bij het veroordelen van overtreders. De commissie was belast met het opstellen, herzien en herzien van beleid dat werd gebruikt om straffen voor federale overtreders te bepalen. Eventuele wijzigingen moesten aan het congres worden gemeld.

John M. Mistretta heeft de autoriteit van de commissie aangevochten na een gevangenisstraf van 18 maanden wegens drugsgerelateerde aanklachten volgens de richtlijnen van de commissie. Het Hooggerechtshof stemde ermee in de zaak aan te pakken vanwege het belang ervan voor het publiek en om te beslechten wat justitie Harry A. Blackmun in zijn beslissing noemde als "wanorde onder de federale districtsrechtbanken".

Constitutionele kwesties

Kan het Congres een speciale groep deskundigen toestaan ​​om federale regels voor veroordeling op te stellen en te controleren? Heeft het Congres de scheiding der machten geschonden toen het verantwoordelijkheden op deze manier delegeerde??

argumenten

Een advocaat die Mistretta vertegenwoordigde, voerde aan dat het Congres de "non-delegatie-doctrine" over het hoofd had gezien toen het de strafcommissie in het leven riep. De non-delegatie-doctrine, een juridisch concept dat voortkomt uit de scheiding van machten, verhindert dat afzonderlijke takken van de overheid macht doorgeven aan andere takken. De advocaat beweerde dat het Congres zijn bevoegdheid om toezicht te houden op de federale veroordeling onwettig had overgedragen toen het een afzonderlijke commissie had ingesteld. Daarbij had het Congres de scheiding der machten genegeerd, betoogde hij.

Een advocaat namens de regering betoogde dat het Hooggerechtshof een meer praktische interpretatie van de scheiding der machten zou moeten aannemen. Sommige overheidstaken vereisen samenwerking in plaats van exclusiviteit, betoogde hij. De oprichting van de strafcommissie was een logische manier om een ​​taak op te dragen aan een gespecialiseerde groep, in de hoop een eerlijke veroordeling voor federale rechtbanken te waarborgen, betoogde de advocaat.

Meerderheidsadvies

In een 8-1 beslissing van justitie Harry A. Blackmun, handhaafde het Hof de grondwettigheid van Sentencing Reform Act van 1984, waarbij de straf van Mistretta werd bevestigd. Het besluit was verdeeld in twee verschillende secties: delegatie en scheiding van machten.

Delegatie

De statuten verhinderen niet dat een filiaal specifieke taken toewijst aan expertgroepen, verdeeld over filialen. De meerderheid paste de "begrijpelijke principetest" toe, die vraagt ​​of het Congres op een dergelijke manier autoriteit had verleend praktisch, specifiek, en gedetailleerd. Justice Blackmun schreef dat het Congres dat doel had bereikt. De wetgevende instantie bood lijsten met factoren aan om de strafcommissie te helpen bij het ontwikkelen van richtlijnen. Het schetste ook duidelijke instructies voor de commissie binnen de wetgeving, en zorgde voor een constitutionele manier van delegeren, vond de meerderheid.

Verdeling van krachten

De meerderheid paste een brede interpretatie van de scheiding der machten toe. De grondwet verdeelt macht tussen filialen om onafhankelijkheid te waarborgen, maar erkent dat de filialen soms moeten samenwerken om gemeenschappelijke doelen te bereiken. De veroordelingscommissie ontleent haar autoriteit aan het Congres maar bevindt zich binnen de gerechtelijke tak en voert haar missie uit met leden die door de uitvoerende tak zijn benoemd. Het Congres heeft een coöperatieve commissie opgericht om een ​​gemeenschappelijk doel te bereiken: richtlijnen voor federale straffen, vond het Hof.

Uiteenlopende mening

Justitie Antonin Scalia was het niet eens. Justice Scalia stelde dat de richtlijnen voor veroordeling 'de kracht en het effect van wetten hebben'. Door de commissie op te richten, gaf het Congres zijn wetgevende macht aan een afzonderlijke entiteit, gehuisvest in de gerechtelijke tak. Justice Scalia zag dit als een duidelijke schending van de scheiding der machten en de non-delegatie doctrines en was het niet eens met de beslissing van het Hof om een ​​'gezond verstand'-benadering te hanteren voor elke.

Gevolg

Voorafgaand aan de uitspraak in Mistretta tegen Verenigde Staten had het Hooggerechtshof statuten en panelen neergehaald die wazige lijnen tussen de takken suggereerden. Na de beslissing werd Mistretta door sommigen beschouwd als een uitspraak ten gunste van praktisch bestuur. Anderen toonden zich bezorgd over het effect van de beslissing op de doctrine van de scheiding der machten.