Geschiedenis van computergeheugen

Drumgeheugen, een vroege vorm van computergeheugen, gebruikte de drum als werkend onderdeel, met gegevens die in de drum werden geladen. De trommel was een metalen cilinder bedekt met een opneembaar ferromagnetisch materiaal. De trommel had ook een rij lees-schrijfkoppen die de opgenomen gegevens schreven en vervolgens lazen.

Magnetisch kerngeheugen (ferriet-kerngeheugen) is een andere vroege vorm van computergeheugen. Magnetische keramische ringen genaamd kernen, opgeslagen informatie met behulp van de polariteit van een magnetisch veld.

Halfgeleidergeheugen is computergeheugen dat we allemaal kennen, computergeheugen op een geïntegreerde schakeling of chip. Dit wordt aangeduid als willekeurig toegankelijk geheugen of RAM, waardoor gegevens willekeurig konden worden benaderd, niet alleen in de volgorde waarin ze werden opgenomen.

Dynamisch RAM-geheugen (DRAM) is het meest voorkomende RAM-geheugen (random access memory) voor pc's. De gegevens die de DRAM-chip bevat, moeten periodiek worden vernieuwd. Statisch willekeurig toegankelijk geheugen of SRAM hoeft niet te worden vernieuwd.

Tijdlijn van computergeheugen

1834 - Charles Babbage begint zijn "Analytical Engine" te bouwen, een voorloper van de computer. Het maakt gebruik van alleen-lezen geheugen in de vorm van ponskaarten.

1932 - Gustav Tauschek vindt drumgeheugen uit in Oostenrijk.

1936 - Konrad Zuse vraagt ​​patent aan voor zijn mechanische geheugen voor gebruik op zijn computer. Dit computergeheugen is gebaseerd op glijdende metalen delen.

1939 - Helmut Schreyer vindt een prototype geheugen uit met neonlampen.

1942 - De Atanasoff-Berry Computer heeft 60 woorden van 50 bit geheugen in de vorm van condensatoren die op twee draaiende trommels zijn gemonteerd. Voor secundair geheugen gebruikt het ponskaarten.

1947 - Frederick Viehe van Los Angeles vraagt ​​patent aan voor een uitvinding die gebruik maakt van magnetisch kerngeheugen. Magnetisch drumgeheugen is onafhankelijk uitgevonden door verschillende mensen:

  • Een Wang vond het magnetische pulsstuurapparaat uit, het principe waarop het magnetische kerngeheugen is gebaseerd.
  • Kenneth Olsen vond de vitale computercomponenten uit, vooral bekend van "Magnetic Core Memory" Patent nr. 3.161.861 en als mede-oprichter van Digital Equipment Corporation.
  • Jay Forrester was een pionier in de vroege ontwikkeling van digitale computers en bedacht toevallige magnetische opslag met toevallige stroom.

1949 - Jay Forrester bedenkt het idee van magnetisch kerngeheugen zoals het gewoonlijk wordt, met een netwerk van draden die worden gebruikt om de kernen te adresseren. De eerste praktische vorm manifesteert zich in 1952-53 en maakt oude typen computergeheugen verouderd.

1950 - Ferranti Ltd. voltooit de eerste commerciële computer met 256 40-bits woorden hoofdgeheugen en 16K woorden drumgeheugen. Slechts acht werden verkocht.

1951 - Jay Forrester dient een patent in voor matrix-kerngeheugen.

1952 - De EDVAC-computer wordt gecompleteerd met 1024 44-bits woorden ultrasoon geheugen. Een kerngeheugenmodule is toegevoegd aan de ENIAC-computer.

1955 - Een Wang kreeg Amerikaans patent # 2.708.722 met 34 claims voor magnetische geheugenkern.