omgeving: Noorwegen in de late jaren 1800
Ghosts, van Henrik Ibsen, speelt zich af in het huis van de rijke weduwe, mevrouw Alving.
Regina Engstrand, de jonge dienares van mevrouw Alving, verzorgt haar taken wanneer ze met tegenzin een bezoek van haar eigenzinnige vader, Jakob Engstrand, accepteert. Haar vader is een hebzuchtige regeerder die de predikant van de stad, pastor Manders, voor de gek heeft gehouden door zich voor te doen als een hervormd en berouwvol lid van de kerk.
Jakob heeft bijna genoeg geld gespaard om een 'zeemanshuis' te openen. Hij heeft aan pastor Manders beweerd dat zijn bedrijf een zeer morele instelling zal zijn die zich inzet voor het redden van zielen. Aan zijn dochter onthult hij echter dat het etablissement tegemoet zal komen aan het lagere karakter van de zeevarende mannen. Hij suggereert zelfs dat Regina daar zou kunnen werken als een barmeisje, een dansend meisje of zelfs een prostituee. Regina is walgelijk van het idee en staat erop haar dienstbetoon aan mevrouw Alving voort te zetten.
Op aandringen van zijn dochter vertrekt Jakob. Kort daarna komt mevrouw Alving het huis binnen met pastor Manders. Ze praten over het nieuw gebouwde weeshuis dat vernoemd moet worden naar de overleden echtgenoot van mevrouw Alving, kapitein Alving.
De voorganger is een zeer zelfingenomen, oordelende man die vaak meer om de publieke opinie geeft dan om te doen wat juist is. Hij bespreekt of ze een verzekering voor het nieuwe weeshuis moeten krijgen. Hij gelooft dat de stadsbevolking de aanschaf van een verzekering zou beschouwen als een gebrek aan vertrouwen; daarom adviseert de pastoor dat ze een risico nemen en afzien van de verzekering.
Mevrouw Alving's zoon Oswald, haar trots en vreugde, komt binnen. Hij woont in het buitenland in Italië en is het grootste deel van zijn jeugd weg geweest van het huis. Zijn reizen door Europa hebben hem geïnspireerd om een getalenteerde schilder te worden die werken van licht en geluk creëert, een scherp contrast met de somberheid van zijn Noorse huis. Als jongeman is hij om mysterieuze redenen teruggekeerd naar het landgoed van zijn moeder.
Er is een koude uitwisseling tussen Oswald en Manders. De pastoor veroordeelt het soort mensen waarmee Oswald in Italië is omgegaan. Volgens Oswald zijn zijn vrienden vrijgevochten humanitairen die volgens hun eigen code leven en geluk vinden ondanks het feit dat ze in armoede leven. Volgens Manders zijn diezelfde mensen zondige, vrijzinnige bohemien die de traditie trotseren door seks voor het huwelijk te plegen en kinderen buiten het huwelijk groot te brengen..
Manders is teleurgesteld dat mevrouw Alving haar zoon toestaat zijn mening zonder censuur te geven. Alleen met mevrouw Alving bekritiseert pastor Manders haar vermogen als moeder. Hij staat erop dat haar clementie de geest van haar zoon heeft bedorven. In veel opzichten heeft Manders grote invloed op mevrouw Alving. In dit geval verzet ze zich echter tegen zijn moralistische retoriek wanneer deze op haar zoon is gericht. Ze verdedigt zichzelf door een geheim te onthullen dat ze nog nooit eerder heeft verteld.
Tijdens deze uitwisseling haalt mevrouw Alving herinneringen op aan de dronkenschap en ontrouw van haar overleden echtgenoot. Ze herinnert de pastoor ook heel subtiel aan hoe ellendig ze was en hoe ze ooit de pastor bezocht in de hoop een eigen liefdesaffaire aan te steken.
Tijdens dit deel van het gesprek herinnert pastor Manders (nogal ongemakkelijk met dit onderwerp) haar eraan dat hij de verleiding weerstond en haar terugstuurde naar de armen van haar man. In de herinnering van Manders werd dit gevolgd door jaren waarin mevrouw en de heer Alving samenwoonden als een plichtmatige vrouw en een nuchtere, pas hervormde echtgenoot. Toch beweert mevrouw Alving dat dit allemaal een façade was, dat haar man nog steeds stiekem wellustig was en bleef drinken en buitenechtelijke relaties had. Hij sliep zelfs met een van hun bedienden, wat resulteerde in een kind. En maak je klaar voor dit onwettige kind dat werd verwekt door kapitein Alving was niemand minder dan Regina Engstrand! (Het blijkt dat Jakob met de dienaar trouwde en het meisje als de zijne opvoedde.)
De voorganger is verbaasd over deze onthullingen. De waarheid kennende, voelt hij zich nu zeer ongerust over de toespraak die hij de volgende dag zal houden; het is ter ere van kapitein Alving. Mevrouw Alving beweert dat hij de toespraak nog moet houden. Ze hoopt dat het publiek nooit de ware aard van haar man zal leren kennen. In het bijzonder verlangt ze dat Oswald nooit de waarheid over zijn vader weet, die hij zich nauwelijks herinnert maar toch idealiseert.
Net zoals mevrouw Alving en Paston Manders hun gesprek beëindigen, horen ze een geluid in de andere kamer. Het klinkt alsof een stoel is omgevallen en dan roept de stem van Regina:
REGINA. (Scherp, maar fluisterend) Oswald! wees voorzichtig! Ben je kwaad? Laat me gaan!
MEVR. Alving. (Begint in angst) Ah-!
(Ze staart wild naar de halfopen deur. OSWALD klinkt lachend en zoemend. Een fles wordt ontkurkt.)
MEVR. Alving. (Schor) Geesten!
Nu ziet mevrouw Alving natuurlijk geen geesten, maar ze ziet wel dat het verleden zichzelf herhaalt, maar met een donkere, nieuwe wending.
Oswald is net als zijn vader begonnen met drinken en seksuele vorderingen maken op de dienaar. Regina vindt, net als haar moeder, een voorstel van een man uit een hogere klasse. Het verontrustende verschil: Regina en Oswald zijn broers en zussen - ze realiseren het zich nog niet!
Met deze onaangename ontdekking, Act One van Ghosts loopt ten einde.