Eleanor Roosevelt en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens

Op 16 februari 1946 hebben de Verenigde Naties, geconfronteerd met de ongelooflijke mensenrechtenschendingen die de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog hebben geleden, een Mensenrechtencommissie opgericht, met Eleanor Roosevelt als een van haar leden. Eleanor Roosevelt was door president Harry S. Truman benoemd tot afgevaardigde bij de Verenigde Naties na de dood van haar echtgenoot, president Franklin D. Roosevelt.

Eleanor Roosevelt bracht in de commissie haar lange inzet voor menselijke waardigheid en mededogen, haar lange ervaring in politiek en lobbyen, en haar recentere zorg voor vluchtelingen na de Tweede Wereldoorlog. Zij werd door haar leden tot voorzitter van de Commissie gekozen.

Bijdragen aan de ontwikkeling van de verklaring

Ze werkte aan een Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het schrijven van delen van de tekst, die hielp de taal direct en duidelijk te houden en gericht op menselijke waardigheid. Ze bracht ook vele dagen door met lobbyen voor Amerikaanse en internationale leiders, zowel tegen tegenstanders als pogingen om het enthousiasme onder degenen die vriendelijker waren voor de ideeën aan te wakkeren. Ze beschreef haar aanpak van het project op deze manier: "Ik rijd hard en als ik thuiskom, ben ik moe! De mannen van de Commissie zullen dat ook zijn!"

Op 10 december 1948 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een resolutie aangenomen waarin de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens wordt onderschreven. In haar toespraak voor die vergadering zei Eleanor Roosevelt:

"We staan ​​vandaag op de drempel van een groot evenement, zowel in het leven van de Verenigde Naties als in het leven van de mensheid. Deze verklaring wordt misschien wel de internationale Magna Carta voor alle mannen overal. We hopen dat de proclamatie door de Algemene Vergadering zal zijn een gebeurtenis vergelijkbaar met de proclamatie in 1789 [de Franse Verklaring van de Rechten van de Burgers], de goedkeuring van de Bill of Rights door het Amerikaanse volk en de goedkeuring van vergelijkbare verklaringen op verschillende tijdstippen in andere landen. "

Trots op haar inspanningen

Eleanor Roosevelt beschouwde haar werk aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens als haar belangrijkste prestatie.

"Waar beginnen immers de universele mensenrechten? Op kleine plaatsen, dicht bij huis - zo dichtbij en zo klein dat ze op geen enkele wereldkaart te zien zijn. Toch zijn ze de wereld van de individuele persoon; de buurt die hij woont in; de school of universiteit waar hij woont; de fabriek, boerderij of kantoor waar hij werkt. Dat zijn de plaatsen waar elke man, vrouw en kind gelijke gerechtigheid, gelijke kansen, gelijke waardigheid zoekt zonder discriminatie. Tenzij deze rechten betekenis hebben daar hebben ze overal weinig betekenis. Zonder gezamenlijke actie van de burger om ze dicht bij huis te houden, zullen we tevergeefs op zoek gaan naar vooruitgang in de grotere wereld. "