Confucianisme, Taoïsme en Boeddhisme

Confucianisme, Taoïsme en Boeddhisme vormen de essentie van de traditionele Chinese cultuur. De relatie tussen de drie is gekenmerkt door zowel geschil als aanvulling in de geschiedenis, waarbij het confucianisme een meer dominante rol speelt.

Confucius (Kongzi, 551-479 v.Chr.), De oprichter van het confucianisme, benadrukt "Ren" (welwillendheid, liefde) en "Li" (riten), verwijzend naar respect voor het systeem van sociale hiërarchie. Hij hecht belang aan onderwijs en was een pionierende pleitbezorger voor particuliere scholen. Hij is vooral beroemd voor het onderwijzen van studenten volgens hun intellectuele neigingen. Zijn leer werd later opgenomen door zijn studenten in "The Analects."

Mencius droeg ook een groot deel bij aan het confucianisme, leefde in de Warring States Period (389-305 v.Chr.) En bepleitte een beleid van de goedaardige regering en een filosofie dat mensen van nature goed zijn. Confucianisme werd de orthodoxe ideologie in het feodale China en, in de lange loop van de geschiedenis, was het gebaseerd op het taoïsme en het boeddhisme. Tegen de 12e eeuw was het confucianisme geëvolueerd naar een rigide filosofie die oproept tot behoud van hemelse wetten en onderdrukking van menselijke verlangens.

Het taoïsme is gecreëerd door Lao Zi (rond de zesde eeuw voor Christus), wiens meesterwerk 'De klassieker van de deugd van de Tao' is. Hij gelooft in de dialectische filosofie van nietsdoen. Voorzitter Mao Zedong citeerde ooit Lao Zi: "Fortuin ligt in ongeluk en vice versa." Zhuang Zhou, de belangrijkste pleitbezorger van het taoïsme tijdens de periode van de oorlogvoerende staten, stichtte een relativisme dat opriep tot de absolute vrijheid van de subjectieve geest. Het taoïsme heeft grote invloed gehad op Chinese denkers, schrijvers en kunstenaars.

Het boeddhisme werd rond de 6e eeuw voor Christus door Sakyamuni in India gecreëerd. Geloven dat het menselijk leven ellendig is en spirituele emancipatie is het hoogste doel om te zoeken. Het werd geïntroduceerd in China door Centraal-Azië rond de tijd dat Christus werd geboren. Na een paar eeuwen assimilatie evolueerde het boeddhisme in vele sekten in de Sui en Tang-dynastieën en werd het gelokaliseerd. Dat was ook een proces toen de ingenieuze cultuur van het confucianisme en het taoïsme werd gecombineerd met het boeddhisme. Het Chinese boeddhisme heeft een zeer belangrijke rol gespeeld in de traditionele ideologie en kunst.