Gecertificeerd humaan vlees wint aan populariteit naarmate het publiek meer leert over fabrieksboerderijen. Sommige activisten roepen op tot hervormingen en de etikettering van menselijk gefokt en geslacht vlees, maar anderen beweren dat we niet aan hervormingen kunnen werken en tegelijkertijd de rechten van dieren kunnen bevorderen.
In een fabrieksboerderij worden dieren behandeld als handelswaar. Fokzeugen zijn opgesloten in drachtboxen, varkens hebben hun staarten afgesneden zonder verdoving, kalveren brengen hun hele leven door hun nek vast in kalfskratten, en legkippen worden ontbraamd en in kooien gehouden die te klein zijn om hun vleugels in te spreiden.
De zoektocht naar oplossingen is gericht op twee paden, een hervorming van het systeem en het instellen van meer humane normen, en de andere bevordert veganisme zodat minder dieren worden gefokt, grootgebracht en geslacht. Hoewel weinig dierenactivisten het oneens zijn met het bevorderen van veganisme, zijn sommigen van mening dat campagne voeren voor hervormingen en humane etikettering contraproductief is.
Humane normen kunnen wettelijk verplicht zijn of door boeren vrijwillig worden ingesteld. Boeren die vrijwillig instemmen met hogere humane normen zijn ofwel gekant tegen de bio-industrie of proberen een beroep te doen op consumenten die de voorkeur geven aan vlees van humane dieren.
Er is geen eenduidige definitie van 'humaan vlees' en veel dierenactivisten zouden zeggen dat de term een oxymoron is. Verschillende vleesproducenten en organisaties hebben hun eigen humane normen waaraan zij zich houden. Een voorbeeld is het label 'Certified Humane Raised and Handled' dat wordt ondersteund door de Humane Society of the USA, de ASPCA en andere non-profitorganisaties..
Humane normen kunnen grotere kooien omvatten, geen kooien, natuurlijk voer, minder pijnlijke slachtmethoden of een verbod op praktijken zoals het couperen van staartstaarten of het debeaken.
In sommige gevallen zijn campagnes gericht op detailhandelaren of restaurants in plaats van op de eigenlijke producenten, waardoor de bedrijven onder druk worden gezet om alleen dierlijke producten te kopen van producenten die de dieren fokken volgens bepaalde vrijwillige normen. Een voorbeeld is de McCruelty-campagne van PETA waarin McDonald's wordt gevraagd van hun producenten te eisen dat zij overschakelen naar een meer humane methode voor het slachten van kippen.
Menselijke standaarden worden breed ondersteund, dus doelen zijn haalbaar. Veel mensen zijn tegen de bio-industrie, maar niet tegen het eten van vlees of andere dierlijke producten. Volgens Humane Farm Animal Care:
Uit een recent onderzoek namens de United Egg Producers bleek dat drie van de vier Amerikaanse consumenten (75%) zouden kiezen voor gecertificeerde voedingsmiddelen die dierenverzorging beschermen boven producten die niet.
Door sommige dierlijke producten 'humaan' te noemen, geloven mensen dat dieren niet lijden op 'humane' boerderijen, terwijl ze dat wel doen. Mannelijke baby's van legkippen worden bijvoorbeeld nog steeds gedood en mannelijke melkvee wordt nog steeds gedood. HumaneMyth.org legt ook uit:
Op alle boerderijen, grootschalige en kleinschalige, worden legkippen gedood wanneer hun productie daalt, meestal binnen twee jaar, omdat het voeren van deze versleten individuen direct winst oplevert. Vaak zijn de lichamen van "gebruikte" kippen zo verwoest dat niemand ze zal kopen, en ze worden vermalen tot kunstmest of gewoon naar een stortplaats gestuurd.