Op 21 oktober 1879 debuteerde Thomas Edison in een van de beroemdste wetenschappelijke tests in de geschiedenis zijn kenmerkende uitvinding: een veilige, betaalbare en gemakkelijk reproduceerbare gloeilamp die dertien en een half uur brandde. Lampen getest na dat duurde 40 uur. Hoewel Edison niet als de enige uitvinder van de gloeilamp kan worden gecrediteerd, heeft zijn eindproduct - het resultaat van jarenlange samenwerking en testen samen met andere ingenieurs - een revolutie teweeggebracht in de moderne industriële economie.
Hieronder staat een tijdlijn van belangrijke mijlpalen in de ontwikkeling van deze wereldveranderende uitvinding.
1809 - Humphry Davy, een Engelse chemicus, vond het eerste elektrische licht uit. Davy verbond twee draden met een batterij en bevestigde een houtskoolstrook tussen de andere uiteinden van de draden. De geladen koolstof gloeide, wat bekend werd als de allereerste elektrische booglamp.
1820 - Warren de la Rue sloot een platinaspiraal in een geëvacueerde buis en leidde er een elektrische stroom doorheen. Zijn lampontwerp was bewerkt, maar de kostprijs van het platina van edelmetaal maakte dit een onmogelijke uitvinding voor breed gebruik.
1835 - James Bowman Lindsay demonstreerde een constant elektrisch verlichtingssysteem met behulp van een prototype gloeilamp.
1850 - Edward Shepard vond een elektrische gloeilamp uit met een koolstoffilament. Joseph Wilson Swan begon hetzelfde jaar met gecarboniseerde papieren filamenten te werken.
1854 - Heinrich Göbel, een Duitse horlogemaker, vond de eerste echte gloeilamp uit. Hij gebruikte een verkoold bamboefilament dat in een glazen bol was geplaatst.
1875 - Herman Sprengel vond de kwikvacuümpomp uit waarmee een praktische elektrische gloeilamp kon worden ontwikkeld. Zoals de la Rue had ontdekt, zou door het creëren van een vacuüm in de lamp en het elimineren van gassen, het licht afnemen bij het zwart worden in de lamp en de gloeidraad langer meegaan.
1875 - Henry Woodward en Matthew Evans patenteerden een gloeilamp.
1878 - Sir Joseph Wilson Swan (1828-1914), een Engelse natuurkundige, was de eerste persoon die een praktische en duurzamere elektrische gloeilamp uitvond (13,5 uur). Swan gebruikte een koolstofvezeldraad afkomstig van katoen.
1879 - Thomas Alva Edison vond een koolstoffilament uit dat veertig uur brandde. Edison plaatste zijn gloeidraad in een zuurstofloze lamp. (Edison ontwikkelde zijn ontwerpen voor de gloeilamp op basis van het 1875-patent dat hij kocht van uitvinders, Henry Woodward en Matthew Evans.) Tegen 1880 duurden zijn lampen 600 uur en waren betrouwbaar genoeg om een verkoopbare onderneming te worden.
1912 - Irving Langmuir ontwikkelde een met argon en stikstof gevulde lamp, een strak opgerolde gloeidraad en een hydrogelcoating aan de binnenkant van de lamp, die allemaal de efficiëntie en duurzaamheid van de lamp verbeterden.