chromatineis een massa genetisch materiaal dat bestaat uit DNA en eiwitten die tijdens eukaryotische celdeling condenseren om chromosomen te vormen. Chromatine bevindt zich in de kern van onze cellen.
De primaire functie van chromatine is om het DNA samen te persen tot een compacte eenheid die minder volumineus is en in de kern past. Chromatine bestaat uit complexen van kleine eiwitten die bekend staan als histonen en DNA.
Histonen helpen DNA te organiseren in structuren die nucleosomen worden genoemd door een basis te bieden waarop het DNA kan worden gewikkeld. Een nucleosoom bestaat uit een DNA-sequentie van ongeveer 150 basenparen die is gewikkeld rond een set van acht histonen, een octameer genaamd.
Het nucleosoom wordt verder gevouwen om een chromatinevezel te produceren. Chromatinevezels worden opgerold en gecondenseerd om chromosomen te vormen. Chromatine maakt het mogelijk dat vele celprocessen plaatsvinden, waaronder DNA-replicatie, transcriptie, DNA-reparatie, genetische recombinatie en celdeling.
Chromatine in een cel kan in verschillende mate worden verdicht, afhankelijk van het stadium van een cel in de celcyclus.
In de kern bestaat chromatine als euchromatine of heterochromatine. Tijdens de fase van de cyclus deelt de cel niet, maar ondergaat hij een periode van groei.
Het grootste deel van de chromatine is in een minder compacte vorm die bekend staat als euchromatin. Meer van het DNA wordt blootgesteld in euchromatine waardoor replicatie en DNA-transcriptie kan plaatsvinden.
Tijdens transcriptie rolt de dubbele DNA-helix af en opent zich zodat de genen die coderen voor eiwitten kunnen worden gekopieerd. DNA-replicatie en transcriptie zijn nodig voor de cel om DNA, eiwitten en organellen te synthetiseren ter voorbereiding op celdeling (mitose of meiose).
Een klein percentage chromatine bestaat als heterochromatine tijdens interfase. Dit chromatine is stevig verpakt, waardoor gentranscriptie niet mogelijk is. Heterochromatine kleurt donkerder met kleurstoffen dan euchromatine.
prophase: Tijdens profase van mitose worden chromatinevezels opgerold tot chromosomen. Elk gerepliceerd chromosoom bestaat uit twee chromatiden verbonden op een centromeer.
Metaphase: Tijdens metafase wordt het chromatine extreem gecondenseerd. De chromosomen liggen op de metafaseplaat.
anafase: Tijdens anafase scheiden de gepaarde chromosomen (zusterchromatiden) zich af en worden door spindelmicrotubuli naar tegenoverliggende uiteinden van de cel getrokken.
telofase: In telofase wordt elk nieuw dochterchromosoom gescheiden in zijn eigen kern. Chromatinevezels rollen af en worden minder gecondenseerd. Na cytokinese worden twee genetisch identieke dochtercellen geproduceerd. Elke cel heeft hetzelfde aantal chromosomen. De chromosomen blijven ontrollen en verlengen, waardoor chromatine wordt gevormd.
Mensen hebben vaak moeite om het verschil tussen de termen chromatine, chromosoom en chromatide te onderscheiden. Hoewel alle drie de structuren zijn samengesteld uit DNA en in de kern zijn gevonden, is elke structuur uniek gedefinieerd.