Insecten van de orde Diptera, de echte vliegen, zijn een grote en diverse groep met muggen, no-see-ums, muggen, muggen en allerlei soorten vliegen. Diptera betekent letterlijk 'twee vleugels', de verbindende eigenschap van deze groep.
Zoals de naam aangeeft, hebben de meeste echte vliegen slechts één paar functionele vleugels. Een paar gemodificeerde vleugels, halsters genoemd, vervangen de achtervleugels. De halsters zijn verbonden met een met zenuw gevulde sokkel en werken net als een gyroscoop om de vlieg op koers te houden en zijn vlucht te stabiliseren.
De meeste Dipterans gebruiken sponzende monddelen om sappen van fruit, nectar of vloeistoffen die van dieren worden afgescheiden te laten scheuren. Als je ooit een paard of een hertenvlieg bent tegengekomen, weet je waarschijnlijk dat andere vliegen piercing, bijtende monddelen hebben om zich te voeden met het bloed van gewervelde gastheren. Vliegen hebben grote samengestelde ogen.
Vliegen ondergaan complete metamorfose. De larven missen poten en zien eruit als kleine larven. Vliegende larven worden maden genoemd.
De meeste insectentaxonomen verdelen de orde Diptera in twee suborders: Nematocera, vliegen met lange antennes zoals muggen, en Brachycera, vliegen met korte antennes zoals huisvliegen.
Echte vliegen leven wereldwijd in overvloed, hoewel hun larven over het algemeen een soort vochtige omgeving nodig hebben. Wetenschappers beschrijven meer dan 120.000 soorten in deze volgorde.