De rol van een gecontroleerde variabele in een experiment

Een gecontroleerde variabele is er een die de onderzoeker constant houdt (controles) tijdens een experiment. Het is ook bekend als een constante variabele of gewoon als een "controle". De besturingsvariabele maakt geen deel uit van een experiment (niet de onafhankelijke of afhankelijke variabele), maar is belangrijk omdat deze een effect kan hebben op de resultaten. Het is niet hetzelfde als een controlegroep.

Elk gegeven experiment heeft talloze controlevariabelen. Het is belangrijk voor een wetenschapper om te proberen alle variabelen constant te houden, behalve de onafhankelijke variabele. Als een besturingsvariabele tijdens een experiment verandert, kan dit de correlatie tussen de afhankelijke en onafhankelijke variabele ongeldig maken. Waar mogelijk moeten controlevariabelen worden geïdentificeerd, gemeten en geregistreerd.

Voorbeelden van gecontroleerde variabelen

Temperatuur is een veelgebruikt type gecontroleerde variabele. Als een temperatuur tijdens een experiment constant wordt gehouden, wordt deze geregeld.

Andere voorbeelden van gecontroleerde variabelen kunnen de hoeveelheid licht zijn, altijd met hetzelfde type glaswerk, constante vochtigheid of de duur van een experiment.

Veel voorkomende spelfouten: gecontroleerde variabele

Het belang van de besturingsvariabelen

Hoewel controlevariabelen mogelijk niet worden gemeten (hoewel ze vaak worden geregistreerd), kunnen ze een aanzienlijk effect hebben op de uitkomst van een experiment. Gebrek aan bewustzijn van controlevariabelen kan leiden tot foutieve resultaten of zogenaamde "confounding variables". Door controlevariabelen te noteren, wordt het gemakkelijker om een ​​experiment te reproduceren en de relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabelen vast te stellen.

Stel bijvoorbeeld dat u probeert te bepalen of een bepaalde meststof een effect heeft op de plantengroei. De onafhankelijke variabele is de aanwezigheid of afwezigheid van de meststof, terwijl de afhankelijke variabele de hoogte van de plant of de groeisnelheid is. Als u de hoeveelheid licht niet regelt (u voert bijvoorbeeld een deel van het experiment in de zomer uit en een deel in de winter), kunt u uw resultaten scheeftrekken.