Het woord "standaard" heeft verschillende definities. Zelfs binnen de wetenschap zijn er meerdere betekenissen.
In metrologie en andere wetenschappen, zoals scheikunde en natuurkunde, is een standaard een referentie die wordt gebruikt om metingen te kalibreren. Historisch gezien definieerde elke autoriteit zijn eigen normen voor systemen van gewichten en maatregelen. Dit resulteerde in verwarring. Hoewel sommige van de oudere systemen nog steeds in gebruik zijn, worden moderne normen internationaal erkend en gedefinieerd onder gecontroleerde omstandigheden.
In de chemie kan bijvoorbeeld een primaire standaard worden gebruikt als reagens om de zuiverheid en hoeveelheid in een titratie of andere analysetechniek te vergelijken.
In de metrologie is een standaard een object of experiment dat de eenheid van een fysieke grootheid definieert. Voorbeelden van normen zijn het internationale prototype kilogram (IPK), de massastandaard voor het International System of Units (SI), en de volt, die de eenheid van elektrisch potentiaal is en wordt gedefinieerd op basis van de output van een Josephson-knooppunt.
Er zijn verschillende normen voor fysieke metingen. De meester normen of primaire normen zijn die van de hoogste kwaliteit, die hun maateenheid definiëren. Het volgende niveau van normen in de hiërarchie is secundaire normen, die zijn gekalibreerd met verwijzing naar een primaire standaard. Het derde niveau van de hiërarchie omvat het werknormen. Werkstandaarden worden periodiek gekalibreerd vanuit een secundaire standaard.
Er zijn ook laboratorium normen, die door nationale organisaties zijn gedefinieerd om laboratoria en onderwijsinstellingen te certificeren en te kalibreren. Omdat laboratoriumnormen als referentie worden gebruikt en worden vastgehouden aan een kwaliteitsnorm, worden ze soms (ten onrechte) secundaire normen genoemd. Die term heeft echter een specifieke en andere betekenis.