De hellingsformule wordt soms "stijgen over rennen" genoemd. De eenvoudige manier om aan de formule te denken is:
M = stijging / run
M staat voor helling. Je doel is om de verandering in de hoogte van de lijn te vinden over de horizontale afstand van de lijn.
Kijk eerst naar een grafiek van een lijn en vind twee punten, 1 en 2. U kunt twee willekeurige punten op een lijn gebruiken. De helling is hetzelfde tussen twee willekeurige punten op een rechte lijn.
Let op de X- en Y-waarde voor elk van de punten.
Geef de X- en Y-waarde aan voor de punten 1 en 2. Gebruik subscripts om ze te identificeren in de hellingformule.
Helling van een rechte lijn
De formule voor de helling van de rechte lijn die door de punten gaat (X1, Y1) en (X2, Y2) is gegeven door:
M = (Y2 - Y1) / (X2 - X1)
Het antwoord, M, is de helling van de lijn. Het kan een positieve of negatieve waarde zijn.
De subscripts worden alleen gebruikt om de twee punten te identificeren. Het zijn geen waarden of exponenten. Als je dit verwarrend vindt, geef dan de puntnamen, zoals Bert en Ernie.
Punt 1 is nu Bert en punt 2 is nu Ernie
Kijk naar de grafiek en noteer hun X- en Y-waarden: (XBert, YBert) en (XErnie, YErnie)
De hellingformule is nu: M = (YErnie - YBert) / (XErnie - XBert)
Hellingformule Tips en trucs
De hellingformule kan als resultaat een positief of negatief getal geven. In het geval van verticale en horizontale lijnen kan het ook geen antwoord geven of het getal nul. Houd rekening met deze feiten:
Als de helling een positieve waarde is, stijgt de lijn. De technische term neemt toe.
Als de helling een negatieve waarde is, daalt de lijn. De technische term neemt af.
Je kunt je wiskunde controleren door naar de grafiek te kijken. Als u een negatieve helling krijgt maar de lijn duidelijk stijgt, hebt u een fout gemaakt. Als de lijn duidelijk naar beneden gaat en je hebt een positieve helling, heb je een fout gemaakt. Je hebt mogelijk X en Y en punten 1 en 2 door elkaar gehaald.
Verticale lijnen hebben geen helling. In de vergelijking deel je door nul, wat geen getal oplevert. Als een quiz de helling van een verticale lijn vraagt, zeg dan niet nul. Zeg dat het geen helling heeft.
Horizontale lijnen hebben een nulhelling. Nul is een getal. In de vergelijking deel je nul door een getal en is het resultaat nul. Als een quiz om de helling van een horizontale lijn vraagt, zegt u nul.
Parallelle lijnen hebben gelijke hellingen. Als u de helling van een lijn vindt, hoeft u de formule niet voor de andere lijn te gebruiken. Ze zullen hetzelfde zijn. Dit kan u wat tijd en moeite besparen.
Loodlijnen hebben negatieve reciproke hellingen. Als twee lijnen elkaar in een rechte hoek kruisen, kunt u de helling van de ene vinden en vervolgens de waarde voor de andere wijzigen in negatief of positief.