Belangrijke cijfers Voorbeeldprobleem

Hier zijn drie voorbeelden die significante cijfers bepalen. Wanneer u wordt gevraagd om significante cijfers te vinden, moet u deze eenvoudige regels onthouden en volgen:

  • Elk cijfer dat geen nul is, is significant.
  • Een nul tussen twee niet-nul cijfers is altijd significant.
  • Achterloopnullen zijn belangrijk als ze aan het einde van een getal staan en rechts van de komma.
  • Voorloopnullen links van het eerste niet-nulcijfer zijn niet significant. "Nullen voor tijdelijke aanduiding" in het getal 0.005 zijn bijvoorbeeld niet significant (alleen de 5 is significant).
  • Als een getal eindigt op een nul, maar het niet rechts van een decimaalteken staat, kan dit al dan niet significant zijn. Over het algemeen is het het veiligst om aan te nemen dat dit niet significant is. Als u een meting uitvoert waarbij de uiteindelijke nul significant is, moet u de decimale punt opnemen om uzelf duidelijk te maken.

Aanzienlijke figuur Voorbeeldprobleem

Drie studenten wegen een item met verschillende schalen. Dit zijn de waarden die ze rapporteren:

een. 20,03 g
b. 20,0 g
c. 0.2003 kg

Hoeveel significante cijfers moeten bij elke meting worden aangenomen?

Oplossing

een. 4.
b. 3. De nul na de komma is significant omdat het aangeeft dat het artikel tot op 0,1 g nauwkeurig werd gewogen.
c. 4. De nullen aan de linkerkant zijn niet significant. Ze zijn alleen aanwezig omdat de massa is geschreven in kilogram in plaats van in gram. De waarden "20,03 g" en "0,02003 kg" vertegenwoordigen dezelfde hoeveelheden.

Antwoord

Naast de hierboven gepresenteerde oplossing, moet u erop letten dat u de juiste antwoorden zeer snel kunt krijgen door de massa in wetenschappelijke (exponentiële) notatie uit te drukken:

20,03 g = 2,003 x 101 g (4 significante cijfers)
20,0 g = 2,00 x 101 g (3 significante cijfers)
0.2003 kg = 2.003 x 10-1 kg (4 significante cijfers)