Moderne Evolutionaire Synthese

De evolutietheorie is zelf behoorlijk geëvolueerd sinds de tijd dat Charles Darwin en Alfred Russel Wallace voor het eerst met de theorie kwamen. Door de jaren heen zijn er veel meer gegevens ontdekt en verzameld die het idee dat soorten in de loop van de tijd veranderen alleen maar hebben versterkt en aangescherpt.

De moderne synthese van de evolutietheorie combineert verschillende wetenschappelijke disciplines en hun overlappende bevindingen. De oorspronkelijke evolutietheorie was grotendeels gebaseerd op het werk van naturalisten. De moderne synthese heeft het voordeel van vele jaren onderzoek in genetica en paleontologie, onder andere verschillende onderwerpen onder de paraplu van de biologie.

De eigenlijke moderne synthese is een samenwerking van een groot aantal werken van beroemde wetenschappers als J.B.S. Haldane, Ernst Mayr en Theodosius Dobzhansky. Hoewel sommige huidige wetenschappers beweren dat evo-devo ook een onderdeel is van de moderne synthese, zijn de meesten het erover eens dat het tot nu toe een zeer kleine rol heeft gespeeld in de algehele synthese.

Hoewel de meeste ideeën van Darwin nog steeds zeer aanwezig zijn in de moderne evolutionaire synthese, zijn er enkele fundamentele verschillen nu meer gegevens en nieuwe disciplines zijn bestudeerd. Dit neemt op geen enkele manier het belang van Darwins bijdrage weg en in feite helpt het alleen de meeste ideeën te ondersteunen die Darwin in zijn boek naar voren bracht Over de herkomst van soorten.

Verschillen tussen de originele evolutietheorie en de moderne evolutionaire synthese

De drie belangrijkste verschillen tussen de oorspronkelijke theorie van evolutie door natuurlijke selectie, voorgesteld door Charles Darwin en de meest recente moderne evolutie-synthese, zijn de volgende:

  1. De moderne synthese herkent verschillende mogelijke evolutiemechanismen. Darwins theorie was gebaseerd op natuurlijke selectie als het enige bekende mechanisme. Een van deze verschillende mechanismen, genetische drift, zou zelfs het belang van natuurlijke selectie kunnen evenaren in het algemene beeld van evolutie.
  2. Moderne synthese beweert dat kenmerken worden doorgegeven van ouders op kinderen op delen van DNA die genen worden genoemd. Variatie tussen individuen binnen een soort is vanwege de aanwezigheid van meerdere allelen van een gen.
  3. De moderne synthese van de Theory of Evolution veronderstelt dat speciatie hoogstwaarschijnlijk te wijten is aan de geleidelijke accumulatie van kleine veranderingen of mutaties op genniveau. Met andere woorden, micro-evolutie leidt tot macro-evolutie.

Dankzij jaren van toegewijd onderzoek door wetenschappers in vele disciplines, hebben we nu een veel beter begrip van hoe evolutie werkt en een nauwkeuriger beeld van de veranderingssoort die in de loop van de tijd wordt ondergaan. Hoewel verschillende facetten van de evolutietheorie zijn veranderd, zijn de fundamentele ideeën nog steeds intact en net zo relevant vandaag als in de 19e eeuw.