Tips voor het werken met studenten met ernstige handicaps

Kinderen met ernstige handicaps hebben meestal gedragsproblemen en een minimaal vermogen of kunnen veel van de basisvaardigheden voor zelfhulp niet uitvoeren of hebben ze nog niet geleerd. Sommige bronnen van onderzoek schatten dat tussen 0,2-0,5% van de schoolgaande kinderen een ernstige handicap heeft. Hoewel deze populatie laag is, zijn de tijden veranderd en worden deze kinderen zelden uitgesloten van openbaar onderwijs. Ze maken eigenlijk deel uit van het speciaal onderwijs. Met de ongelooflijk groeiende technologieën en getrainde professionals kunnen we immers hogere verwachtingen hebben dan voorheen mogelijk was.

handicaps

Gewoonlijk worden kinderen met ernstige handicaps ermee geboren, enkele van de etiologieën en oorzaken zijn onder meer:

  • Chromosomale afwijkingen
  • Postnatale problemen
  • Zwangerschap (prematuriteit)
  • Ontwikkeling van de hersenen en of het ruggenmerg
  • infecties
  • Genetische afwijkingen
  • Letsel door ongevallen

Problemen met inclusie

Er zijn nog steeds grote problemen met betrekking tot de inclusie van studenten met ernstige handicaps. Veel leraren hebben niet het gevoel dat ze de professionele training hebben die nodig is om aan hun behoeften te voldoen, scholen zijn vaak niet voldoende uitgerust om aan hun behoeften te voldoen en er moet meer onderzoek worden gedaan om te bepalen hoe het beste aan hun educatieve behoeften kan worden voldaan. De realiteit is echter dat deze kinderen het recht hebben om te worden opgenomen in alle aspecten van de samenleving.

Leraarstips voor het werken met kinderen met ernstige handicaps

  1. Voordat u het specifieke doel ondersteunt, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat u hun aandacht hebt. Meestal gebruik je een zeer directe lesmethode.
  2. Gebruik zoveel mogelijk geschikte materialen.
  3. Stel een aantal duidelijke doelen / verwachtingen vast en houd u eraan. Het kost veel tijd om in de meeste gevallen succes te zien.
  4. Wees consistent en heb voorspelbare routines voor alles wat je doet.
  5. Zorg ervoor dat alles relevant is voor het kind waarmee u werkt.
  6. Zorg ervoor dat u de voortgang zorgvuldig bijhoudt, zodat u kunt bepalen wanneer het kind klaar is voor de volgende mijlpaal.
  7. Vergeet niet dat deze kinderen niet vaak generaliseren, dus zorg ervoor dat je de vaardigheid leert in verschillende omgevingen.
  8. Wanneer het kind het doel heeft bereikt, moet u de vaardigheid regelmatig gebruiken om ervoor te zorgen dat de vaardigheid beheersbaar blijft.

Kortom, u bent een zeer belangrijke persoon in het leven van dit kind. Wees altijd geduldig, bereid en warm.