Bidirectionele voorzetsels deel 3 Horizontaal / verticaal

Geloof het of niet, twee Duitse beschuldigende / datieve voorzetsels maken nog een ander onderscheid dat Engels niet maakt! De gebruikelijke voorzetsels een en auf kunnen beide "aan" of "om" betekenen, maar ze verschillen in hoe ze op oppervlakken worden aangebracht.

Als een object zich op of in de buurt van een verticaal oppervlak bevindt (een muur, een schoolbord, enz.), Dan meestal het voorzetseleen is gebruikt. Als het om een ​​horizontaal oppervlak (een tafelblad, een vloer, enz.) Gaat, dan auf wordt gebruikt om "aan" of "om" uit te drukken. Bekijk de onderstaande illustraties ...

Horizontaal en verticaal

"AAN" of "BIJ"
EEN (verticaal) en AUF (horizontaal)

EEN > VERTICAAL - Senkrecht  die Wand • de muur

Een object naderen
een verticaal oppervlak.

De beschuldiging. zin "an die Wand"
beantwoordt de vraag wohin?

Een object "aan" of "om"
de muur.
 (verticaal oppervlak)
De zinsnede "an der Wand"
beantwoordt de vraag wo?  

AUF > HORIZONTAAL - WAAGERECHT  der Tisch • de tafel

Een object naderen
een horizontaal oppervlak.

De beschuldiging. zin "auf den Tisch"
beantwoordt de vraag wohin?

Een object "op"
de tafel.
 (horizontaal oppervlak)
De zinvolle uitdrukking "auf dem Tisch"
beantwoordt de vraag wo?

Als je goed oplet, kun je dan zeggen wat de zinvolle voorzetselzin is an dem Tisch of ben Tisch middelen? in tegenstelling tot auf dem Tischan dem Tisch betekent "aan" of "naast" de tabel. Als je aan tafel zit, ben je dat ben Tisch. Als u bovenop de tafel zit, bent u dat auf dem Tisch!

Duits is hier erg consistent. Als je het hebt over je locatie ten opzichte van het verticale deel van de tafel (de poten, enz.), Dan gebruik je een. Als je het hebt over je locatie ten opzichte van de horizontale bovenkant van de tabel, dan gebruik je auf. Deze logica is ook van toepassing op uitdrukkingen zoals an der Donau (op de Donau). Het gebruik van een verwijst naar het zijn aan de rand van de rivier. Als we daadwerkelijk op de Donau (in een boot) zijn, dan zijn we auf der Donau.

Meer voorbeelden (A = accus., D = dative)
Hier zijn enkele voorbeelden van het gebruik van een en auf:

  • wo? an der Ecke D - op / op de hoek
  • wohin? een die Ecke A - op de hoek
  • wo? an der Grenze D - op / aan de grens
  • wohin? een die Grenze A - naar de grens
  • wo? ben Rhein D - aan de Rijn
  • wohin? an den Rhein A - naar de Rijn
  • wo? auf dem Dach D - op het dak
  • wohin? auf das Dach A - op het dak

Idiomatische uitdrukkingen
Naast hun "normale" gebruik, een en auf worden ook gebruikt in veel idiomatische uitdrukkingen en verbale zinnen. Hier zijn enkele voorbeelden:

  • auf der Bank - bij de bank
  • jemandem auf der Tasche liegen - van iemand leven
  • auf der Straße liegen A - om op en neer te zijn
  • jemanden an der Nase herumführen - om iemand bij de neus rond te leiden, neem ze voor de gek
  • woran liegt das? - wat is de reden daarvoor?

De meeste andere bidirectionele voorzetsels worden ook in idiomatische uitdrukkingen gebruikt.