De Mandarijnse taal heeft een fundamenteel verschil met de Westerse talen: het is tonaal. Tonen zijn een van de grootste uitdagingen voor leerlingen in het Mandarijn, maar hun beheersing is essentieel. Onjuiste tonen kunnen uw gesproken Mandarijn moeilijk of onmogelijk verstaanbaar maken, maar door de juiste tonen te gebruiken, kunt u zich duidelijk uitdrukken.
Mandarijntonen zijn vooral moeilijk voor sprekers van westerse talen. Engels gebruikt bijvoorbeeld tonen voor verbuiging, maar dit is een heel ander gebruik dan Mandarijn. Stijgende tonen in het Engels impliceren vaak een vraag of sarcasme. Vallende tonen kunnen worden gebruikt voor de nadruk. Het veranderen van de tonen van een Mandarijn zin kan echter de betekenis volledig veranderen.
Laten we een voorbeeld nemen. Stel dat u een boek leest en uw broer (of zus of kind) u blijft onderbreken. Je zult waarschijnlijk geërgerd raken en zeggen: "Ik probeer een boek te lezen!" In het Engels zou dit op het einde met een nadrukkelijke vallende toon worden gezegd.
Maar als je een dalende toon in het Mandarijn gebruikt, verandert de betekenis volledig.
In de tweede versie van deze zin krabben je luisteraars aan hun hoofd.
Dus oefen je tonen! Ze zijn essentieel voor het spreken en begrijpen van Mandarijn.