Structuren die 'zo' en 'zo' gebruiken, hebben een vergelijkbare betekenis, maar verschillen in constructie. Het belangrijkste verschil tussen de twee structuren is dat 'zo' een zelfstandig naamwoordzin heeft, terwijl 'zo' een bijvoeglijk naamwoord heeft.
'Such… that' neemt een zelfstandig naamwoord of een gemodificeerd zelfstandig naamwoord in een zelfstandig naamwoordzin. 'Dat' kan worden gebruikt na de zin van het zelfstandig naamwoord, maar is niet vereist.
such + bijvoeglijk naamwoord + zelfstandig naamwoord + (that)
Voorbeelden:
'Dus ... dat' heeft een adjectief nodig. 'Dat' kan worden gebruikt na de zin van het zelfstandig naamwoord, maar is niet vereist.
Dus + bijvoeglijk naamwoord + (dat)
Voorbeelden:
'So' kan ook worden gebruikt om een resultaat uit te drukken. In dit geval wordt 'so' gevolgd door een volledige clausule:
Voorbeelden: