Er zijn twee soorten deelwoorden in het Engels, en elk type wordt op verschillende manieren gebruikt.
Het eerste type deelwoord is het huidige deelwoord. Het onvoltooid deelwoord wordt vaak de '-ing'-vorm van het werkwoord genoemd. Hier zijn enkele voorbeelden van aanwezige deelwoorden in cursief:
Deelwoorden in het verleden worden op dezelfde manier gebruikt als deelwoorden in het verleden. Hier zijn enkele voorbeelden van voltooid deelwoorden in cursief:
Deelwoorden worden gebruikt met hulpwerkwoorden in verschillende tijden. Het is belangrijk om te onthouden dat de wijzigingen in de vervoeging van het werkwoord worden aangebracht in het hulpwerkwoord. De deelwoordvorm blijft hetzelfde.
Huidige deelwoorden worden gebruikt voor continue (of progressieve) tijden. Deze omvatten de huidige continu, afgelopen continu en toekomstige continu.
Afgelopen deelwoorden worden ook gebruikt in alle passieve stemzinnen. Om de passieve stemstructuur snel te bekijken:
Deelwoorden kunnen ook worden gebruikt als bijvoeglijke naamwoorden om zelfstandige naamwoorden te beschrijven. Het verschil tussen het onvoltooid deelwoord en het voltooid deelwoord kan een behoorlijk verschil maken in betekenis:
In de eerste zin betekent het voltooid deelwoord 'verveeld' dat de man zelf verveeld was; in de tweede zin betekent het onvoltooid deelwoord 'saai' dat de man saai was voor anderen.
Het voltooid deelwoord wordt gebruikt als een passief bijvoeglijk naamwoord. Het passieve bijvoeglijk naamwoord drukt uit hoe iemand zich voelt.